‘Ik wens dat zij nog adem kunnen halen’

0
369

Het Lied van de Schone Aarde

Ik kies partij voor wie niet kunnen spreken,
omdat wij niet elkanders taal verstaan.
Die aan geweld en misbruik haast bezweken
en als producten door het leven gaan.
Ik wens dat zij een beter leven krijgen.
Niet meer geknecht, geketend en gekooid
en dat hun ondergang niet meer zal dreigen,
omdat hun leefgebieden zijn gerooid.
Dus ik vecht
voor hun recht
en ik streef zolang ik leef,
omdat ik zoveel om de dieren geef.

Ik geef een stem aan wie niet kunnen spreken,
omdat zij nu vandaag nog niet bestaan.
Zij komen pas als jaren zijn verstreken.
Maar wat voor wereld treffen zij dan aan?
Ik wens dat zij nog adem kunnen halen,
dat er nog bloemen bloeien in hun tijd,
dat zij de tol niet hoeven te betalen
voor onze roofzucht en nalatigheid.
Dus ik vecht
voor hun recht
en ik streef zolang ik leef,
omdat ik zoveel om de mensen geef.

Ik vecht vol vuur voor aarde, wind en water,
voor al wat groeit en bloeit in de natuur.
Dat de planeet nog vrucht zal dragen later
en zij niet kaalgeplukt is op den duur.
Ik wens dat wij in vrede kunnen leven,
in harmonie met alles om ons heen.
Dat er wat rest om kind’ren door te geven,
want van de aarde is er toch maar één.
Dus ik vecht
voor haar recht
en ik streef zolang ik leef,
omdat ik zoveel om de aarde geef.

Sta op en spreek voor wie niet kunnen spreken.
Sta op en vecht voor wie niet vechten kan.
En zeg de woorden zonder ze te breken,
maar spreek ze uit en maak er daden van:
Ja, ik vecht
voor hun recht
en ik streef zolang ik leef,
omdat ik zoveel om de dieren,
zoveel om de mensen,
zoveel om de aarde geef.

Martijn Breeman