Een Poolse arbeider vertelt haar relaas over hoe ze vol mooie beloftes naar Nederland is gehaald. En hoe dat uitpakte: voor een hongerloon 14 uur per dag werken, bij het minste of geringste boetes.
‘Mijn eerste werkdag begon om zes uur ’s ochtends, in het kantoor van een groentebedrijf net buiten Den Haag. Een jonge, Poolse leidinggevende hield een a4-tje omhoog en klopte op het stippellijntje onderaan, terwijl ze zei: “Goedemorgen mevrouw. Hier tekent u voor een kostbare tijd in Nederland. U verdient euro’s! Dit contract is Engels, maar uw uitzendbureau in Polen heeft u alles al verteld. Toe maar, het werk begint zo, ik geef u de sleutels van uw woning, en nu gaan we geld maken!” Ik tekende enthousiast.
In een oogwenk stond ik in een koude loods met andere nieuwelingen. Een Nederlander gaf instructies: ‘Verschillende tomaten, verdelen in klasse A, B en C – plaatjes hier, kratten daar – en naar de koelkast brengen, kom op dames, kom op.’ Maar ik zou toch tomaten plukken op het land?
Vleeskeuring
De dag duurde veertien uur, met tussendoor twee pauzes van twintig minuten. Te kort om in de rij voor de wc aan de beurt te komen. Het wc-bezoek onder werktijd mochten we compenseren met een halfuur extra werk.
Om tien uur ’s avonds braakte ik thuis van vermoeidheid, voelde mijn keel ontstoken en had ik amper gevoel in mijn armen en benen. “Kom op, je bent een overwinnaar”, troostte de aangeschoten huisgenote Agnieszka mij. “Je bent in ieder geval door de vleeskeuring heen gekomen. Het bedrijf stuurt gezette, oudere vrouwen vaak linea recta terug naar Polen. Ze voldoen dan niet aan het profiel. Pas op voor hitsige teamleiders.” Inderdaad: de nieuwelingen die ze typeerde (en in het kantoor gewacht hadden), heb ik nergens teruggezien.
Ik bleek hier met nog elf andere werkers te wonen. Ze kwamen de hele dag binnen en struikelden over mijn matras op de grond. Hoe kan het ook anders, in een woning van amper vijftig vierkante meter. “We zijn de sterkste soort in survival of the fittest”, wilde Jasiek mij troosten, terwijl hij aan de drank ging – uit ellende, weet ik nu.
Stroop of kaas
Na drie weken viel ik van ellende op de werkvloer in elkaar. Een collega snelde naar mijn werkgever, die hem erop wees dat een bezoek aan de dokter mij € 250 zou kosten. De werkgever zou gezegd hebben: “Ze is toch geen kapot apparaat dat niet meer aan de praat te krijgen is?” Per direct vroeg ik ontslag en vertrok ik naar Polen. Daarmee hoefde de werkgever niet op vragen van een kritische arts te rekenen.
Ieder jaar verschijnen bedrijven en uitzendbureaus immers voor de rechter omdat ze neppe contracten laten ondertekenen of simpelweg niet uitbetalen. Zo is het dit bedrijf ook vergaan. Volgens vakbond FNV zijn er misstanden in de bouw, distributiecentra, scheepsbouw, transport en de vleesverwerking. In de twee laatstgenoemden is uitbuiting van Oost-Europese werknemers inmiddels de regel.
Ik ben weliswaar als slaaf behandeld, maar dat wel binnen de grenzen van de wet. Het lukt vakbonden, arbeidsinspecteurs en adviesbureaus daarom maar niet om slavernij goed te bestrijden. De Poolse pastoor van de Teresia van Avilakerk waarschuwt daarvoor in zijn preken.
In 252 uur heb ik € 718 verdiend. Dat is zo’n € 2, 52 per uur. Het uitzendbureau heeft zeventig procent van mijn loon ingehouden op verblijf,- reis,- en “overige” kosten, zoals lunchpakketten (een boterham met stroop of kaas) en een verzekering (wat dat dan ook geweest mag zijn). Het is mijn fout, dat ik het bureau misbruik heb laten maken van mijn onwetendheid en vertrouwen, want ik heb dat verdomde krabbeltje gezet.
Zinloos
Maar het had nog erger gekund. Gosia kreeg € 50 boete omdat ze haar koffiekopje op tafel had laten staan, en Wiesław moest € 100 ophoesten omdat een controleur tussen de kilo’s volmaakt ronde tomaten een buitenbeentje ontdekte, zo’n tomaat met een schrammetje.
Ook al word je uitgebuit, stoppen doe je niet zomaar. Wie voortijdig ontslag neemt en gemaakte reis- en verblijfskosten niet uit zijn loon kan betalen, wordt gechanteerd met dure rechtsprocedures. Wie nog geen cent verdiend heeft, heeft al genoeg geïnvesteerd. Dan maar zwoegen.
Voor Poolse arbeiders keert het tij. Steeds meer Roemenen en Oekraïners nemen “ons” werk over. Zij zijn nog armer en weerlozer. Daar, in hun landen, is het zinloos om je recht bij een baas of rechter te halen. Kassa voor winstjagers van de Hollandse handel.
Italianen, Turken, Marokkanen, Polen, Roemenen, Oekraïners – zijn Afrikanen met een nieuwe verblijfsstatus de volgende dupen? Zullen we dan weer vol verbazing zeggen: Dat kan toch niet waar zijn anno 2058, in een modern, beschaafd land als Nederland?’
Tekst: Robert Reijns
Op de foto: Vol ijver ‘overleven’ Oost-Europeanen in de tomatenindustrie. De arbeiders op de foto zijn beter af.