Verslaafd aan ver reizen, herkenbaar?

0
369

Een docent vertelde me eens dat hij een leerling hoorde praten over haar grootste droom: zo snel mogelijk geld verdienen, een rijbewijs halen en een auto kopen. ‘En dan? Waar heb je die auto voor nodig?’, vroeg hij. Ze begreep de vraag niet. Een auto, ja hallo, die is om in te rijden. Van A naar B. Waarom je naar B zou moeten willen, was niet aan de orde. En dat je naar B zou kunnen gaan met een fiets, of met openbaar vervoer plus een vouwfiets – mits lijf en leden dat toestaan – leek geen optie. Een auto was voor haar een eerste levensbehoefte. Bijna een soort recht.

Datzelfde hoor je wel als het gaat over het reizen per vliegtuig. Als het in Nederland koud is en je wilt naar de zon, dan pak je het vliegtuig naar Spanje. En als het zelfs daar nog te grijs is, dan ga je naar Egypte. Je hebt recht op zon, toch?
Wie zich verheven voelt boven dergelijke reizende zonaanbidders, vindt dat het vliegtuig wel gepakt mag worden naar verre culturele oorden. Je onderdompelen in een andere cultuur of in buitenlands natuur- of stadsschoon verruimt immers je blik.

Noch de vliegende zonaanbidders, noch de vliegende cultuur- en natuurminaars kan ik volgen. Waarom zou je naar B willen, als je A nog nauwelijks ontdekt hebt? Of stel dat B alleen per vliegtuig te bereiken is, zou je er dan niet liever voor kiezen om naar het dichterbij gelegen C te gaan?

Voorbeeld. Onlangs ben ik op ontdekkingstocht gegaan in de Schilderswijk en daarna een keer in onze eigen Haagse Chinatown. Ik kwam in beide wijken veel geneugten tegen die ik anders in het buitenland tref. Supermarkten met producten die ik niet ken. Winkels met gebruiksvoorwerpen waarvan ik totaal niet weet waar ze voor dienen. Ik vroeg uitleg aan toevallige voorbijgangers en kreeg een uiteenzetting in nota bene mijn eigen taal. Wat een leuke ontmoetingen! In de restaurantjes en tearooms waande ik me in overzees gebied. Ik werd geconfronteerd met een heel andere mode dan die uit mijn eigen achtergrond. Ik was even compleet wég geweest en heb nog lang niet alles gezien.

Onder dezelfde noemer van ‘waarom ver weg als het ook dichtbij kan’ kun je wandelen of fietsen in eigen land. Steden en dorpjes bezoeken. Naar het Kaatsmuseum in Franeker.
Goed, ik heb misschien gemakkelijk praten omdat ik het dichtbij net zo leuk vind als ver weg. Maar mijn overtuiging zit dieper. Stel dat ik het ver weg echt veel leuker zou vinden, dan nog zou ik van het reizen willen afzien – en dan bedoel ik: verder reizen of vervuilender vervoersmiddelen gebruiken dan uit milieuoverwegingen te verantwoorden is. Ik zie het recreatieve reizen naar verre oorden als een snelle, ongeduldige behoeftebevrediging. Mobiliteit wordt als een vanzelfsprekend recht gezien. Maar is het niet eerder een verslaving?

Op het Plein zag ik een kauw, die zachte takjes verzamelde bij een boom. Hij vloog weg met een snavel vol. Ik bleef wachten. Hij kwam terug om een nieuwe lading te vergaren. Onvergetelijk.

Tekst: Margot C. Berends