Om 6.50 uur staan we bij het piazza Cavour te wachten op de Shuttle bus die ons naar het vliegveld moet brengen.
De rit duurt zo’n 40 minuten. Heel wat anders dan de heenweg toen we met de trein gingen, de verkeerde metro pakten, vervolgens ontdekten dat de metro naar ons hotel na 21.30 uur niet meer reed en noodgedwongen een taxi namen. Geen gedoe ditmaal, wel wat gezoek op de luchthaven – door een recente brand is de ‘security check’ verplaatst – en we zien Rome uiteindelijk onder ons verdwijnen.
Wat hebben we veel gezien en wat is er veel waar we niet aan toegekomen zijn! Zelf was ik al enige tientallen keren in deze stad en toch heb ik ditmaal weer nieuwe ontdekkingen gedaan. Daar komt bij dat ook de archeologen nog steeds verrassend ‘nieuw’ verleden aan het licht brengen.
Toen we de laatste dag de catacombe van Sebastiaan bezocht hadden, wilde ik Neeltje ‘even’ wat oude grafmonumenten langs de Via Appia Antica laten zien. Omdat die deels nog gewoon als provinciale weg gebruikt wordt, scheurden de auto’s op enkele centimeters langs ons heen. Martelaren en wandelaars hebben hun doodsverachting gemeenschappelijk.
Toen we bij de tombe – die qua vormgeving aan de Engelenburcht doet denken – van Cecilia Metella uit de eerste eeuw v.C. kwamen, haalden we opgelucht adem. Ook deze graftombe werd in later tijd omgebouwd tot een kasteel met kantelen. Voor zes euro kreeg je toegang tot een mooie collectie sarcofagen, inscripties en beelden. Het kaartje, zo werd gezegd, gaf ook toegang tot de Villa Quintili; dat mochten we niet missen! Een half uur verderop, zei de dame. Het bleek een wandeling van een uur langs de oude heerweg, waar we nauwelijks mensen ontmoetten, alleen even moesten uitwijken voor twee Nederlandse fietsers. Een oase van rust en natuurschoon, zodat het volle uur niet echt een straf was. Ik kende deze villa van de gebroeders Quintili, consuls uit de 2e eeuw n.Chr., niet. Het complex – vroeger dacht men dat het een deel van de stad Rome was! – is zeer uitgebreid. Er staan reusachtige restanten, met prachtige mozaïekvloeren van de villa en een aangrenzend badhuis. In de nabijheid drie cisternen met ieder het formaat van een tafeltennishal. Op het dak een schitterend uitzicht over de omgeving en de koepel van de Maria Maggiore die boven de contouren van Rome uitsteekt. Tijdens onze bezichtiging van de ruïnes hebben wij slechts enkele mensen ontmoet.
Rome, een stad van contrasten. De broers Quintili is het slecht vergaan. Hun macht en rijkdom wekte de afgunst van keizer Commodus, die hen wegens hoogverraad terecht liet stellen en de villa inpikte. Bij de opgravingen is een klein, modern museum waar beeldhouwwerk, munten en andere vondsten te bewonderen zijn. Er schuin tegenover stopt bus 118, de hotsende en rammelende kringlijn die je, zolang ik mij herinneren kan, via vele bezienswaardigheden in de stad, naar de Via Appia rijdt. De ‘Eeuwige Stad’ wordt Rome genoemd, maar nergens heeft de tijd zulke diepe sporen getrokken als juist hier.
‘Prepare for landing’, zegt de piloot en ik ben weer (bijna) helemaal terug.
Rob van Essen, onder andere emeritus-predikant en redacteur bij Kerk in Den Haag, beschreef dagelijks bijzondere impressies over Rome, waar hij een week verbleef.