In mijn schooljaren was geschiedenis mijn favoriete vak. De meester kon zo fascinerend vertellen over de ‘Kinderkruistocht’, dat ik dacht: ‘Daar zou ik wel een boek over willen schrijven.’ Maar Thea Beckman was mij voor met ‘Kruistocht in spijkerbroek’. Via ‘Paddeltje’, de scheepsjongen van Michiel de Ruyter, beleefde ik zeeslagen en met de ‘Engelandvaarders’ van K. Norel leerde ik ‘goede’ en ‘foute’ vaderlanders kennen.
Gek genoeg was ik mij jarenlang niet mijn eigen geschiedenis bewust. De grootouders van beide kanten waren tijdens de oorlog overleden. Via mijn moeder hoorde ik wel wat verhalen over haar vader, die in de crisis van de dertiger jaren werkloos werd. ‘Mijn moeder was van “adellijke” komaf”, zei m’n moeder. Maar of dat ook zo was? Toen ik wat ouder werd fantaseerde ik dat mijn voorouders wellicht een kasteel in Duitsland hadden gehad. Want toevallig was de meisjesnaam van mijn grootmoeder ook ‘van Essen’.
Ik was de veertig al gepasseerd toen mijn vrouw een genealogische speurtocht begon. Die voerde niet naar Duitsland, maar naar het 18e-eeuwse Garderen, bij het buurtschap Essen. Geen kasteel, geen adel, maar een hard werkende landarbeider op de zandgronden. Daarover schrijven levert, vrees ik, hooguit de zoveelste streekroman op. Trouwens, de te vroeg overleden Henk Vreekamp (1943-2016) heeft in ‘Zwijgen bij volle maan’ prachtig over de Veluwe en het geloof geschreven.
Op een steenworp afstand van het buurtschap – waar ik nog nooit geweest ben – geeft mijn oudste kleindochter Amy deze week haar ja-woord aan Michiel. Als u dit leest heb ik dus eindelijk een kleine pelgrimage gemaakt naar de plek van mijn voorvader en -moeder.
Het is wel bijzonder dat Amy en Michiel een begin maken met hun verbond, zo dicht bij de plaats waar Aart Claaszoon in 1812 besloot mijn familienaam aan te nemen. In de lange keten sindsdien vormt het bruidspaar nu ook een schakel. Het is jammer dat ik sinds 1670 wel handenvol namen heb, maar weinig verhalen. Maar méér dan een schakel in een historische keten zijn ze. Ze verbinden hun levensverhalen op hoop van zegen. Ouders, familie en vrienden helpen het hen hopen!
Helaas, veel Veluwe-verhalen heb ik dus niet. Maar als oudste kleindochter staat Amy met gouden letters in mijn levensboek. Voor Michiel daarom de herinnering aan een logeerpartij die ik invoeg in de verhalenketting van het bruidspaar. Lezen en voorlezen, dat hoorde er natuurlijk bij in het huis van grootvader dominee. Bij het voorlezen van een verhaaltje, las ik opzettelijk niet wat er stond. Verbaasd vroeg ze (4½ jr.): ‘Lees jij wel goed?’ Ze nam het boek over en ging zelf ‘lezen’. Ik plaagde haar en Amy zei: ‘Mondjes op slot!’ Toen ik opnieuw in de fout ging reageerde ze als een echt schooljuffie: ‘Had jij je mondje wel op slot gedaan?’
Amy laat zich geen knollen voor citroenen verkopen. Maar met Michiel, haar top-kok, hoeft ze daar niet bang voor te zijn. Ik doe mijn snaveltje dicht en mondje toe.
Tekst: Rob van Essen
Meer Indrukken opdoen? Klik hier: In-Druk