December draait om Chanoeka, Sinterklaas en Kerst. De mijter en lichtjesboom zijn ieder bekend. Maar wie weet waarom in het stadhuis een enorme kandelaar brandt? De Haagse rabbijn Shmuel Katzman legt het uit.
Wereldwijd vieren joden Chanoeka, ‘het feest van de lichtjes’ of inwijdingsfeest. Dit jaar is dat tussen 2 en 10 december.
Het joodse verhaal over Juda de Maccabeër vertelt over de oorsprong ervan. Grieken hadden de tempel in Jeruzalem ontwijd door op het altaar een varken te offeren. Ook wilden ze er een beeld van Zeus neerzetten. Dat was voor Juda de druppel. Met aanhangers sloeg hij terug en heroverde gebieden. Na een bloedige strijd bemachtigden ze Jeruzalem. De verwoeste tempel moest in ere hersteld worden: er kwam een nieuw altaar, de godenbeelden werden verwijderd, er kwamen nieuwe heilige bekers en de hoge kandelaar (menora) werd rechtgezet. Een priester stak met een beetje olie uit een klein kruikje de menora aan, die moest branden voor de inwijding. Wonder boven wonder bleef de kandelaar acht dagen branden, want zolang duurde het voordat nieuwe olie geperst en gezuiverd was. Vanaf dat moment konden de joden Chanoeka vieren.
Wonder
‘Chanoeka staat voor de overwinning van licht op de duisternis, zoals rechtvaardigheid machtsmisbruik overwint’, vertelt de Haagse rabbijn Shmuel Katzman van de Joodse Gemeente.
‘Een fysiek zwakke en slecht bewapende minderheid had de moed en kracht om op te komen voor de eigen waardigheid. Het leert ons hoe je als minderheid met een agressieve meerderheid kunt omgaan. Ik vind de militaire operatie van toen bewonderenswaardig en volledig legitiem. Toch mogen we niet de boodschap van het wonder vergeten: dat je duisternis niet met stokken en bezems verdrijft, maar met licht – zelfs met maar een klein beetje. Het licht van de kandelaar staat symbolisch voor bovennatuurlijke wijsheid en vertrouwen op God.’
Dat vrede de nadruk heeft, blijkt uit de viering van Chanoeka thuis. Bij zonsondergang wordt iedere dag een kaarsje van de chanoekia aangestoken. Hij staat bij het raam of de deurpost, zodat voorbijgangers hem zien. Bij het aansteken zingen en bidden de gezinsleden.
Pepernoten
Katzman vertelt: ‘Chanoeka is ook een inspiratiebron voor de geloofsopvoeding. Het Talmoedverhaal over de kandelaar leert ons dat je iedere strijd die bij een joods leven komt kijken – denk aan vooroordelen – kunt winnen met geloofsvolharding. Met Chanoeka krijgen kinderen vaak een vierzijdig tolletje, de sevivon. Toen de joodse studie tijdens de Griekse bezetting verboden was, en studenten betrapt werden, deden ze net alsof ze een onschuldig spelletje speelden.
Dit behoort tot de populairste joodse feesten. Bij het Loofhuttenfeest wordt de trektocht van de joden door de Sinai herdacht, waar ze in hutten sliepen. De moderne jood vindt de moraal van dat verhaal, “terugtrekken voor bescherming”, minder aansprekend dan dat van Chanoeka, “opkomen voor je overtuigingen”.
Chanoeka is des te geliefd omdat het samenvalt met andere licht- en kinderfeesten. Wij vieren geen Kerst maar wel Sinterklaas, waar weinig christelijks aan is. Onze pepernoten zijn koosjer.’
Eiffeltoren
In Den Haag wordt het begin van Chanoeka gevierd met het aansteken van een reusachtige chanoekia in het stadhuis. Ook niet-joden, onder anderen de burgemeester, zijn daarbij aanwezig. Er is een tentoonstelling waarop achttien joodse plekken belicht worden: ‘18 lichtpunten in joods Den Haag’.
Kan de chanoekia wel samengaan met de scheiding tussen religie en staat? ‘Die vraag zou menig jood z’n wenkbrauwen doen fronsen. Ten eerste treedt het jodendom meestal niet naar buiten met haar tradities. Chanoeka is een wereldwijde uitzondering, met een chanoekia op de Dam, bij de Eiffeltoren, voor de Brandenburger Tor, enige jaren geleden bij het Vredespaleis. En sinds de opening van het nieuwe stadhuis in het Atrium. De staat moet geen voorkeursbehandeling geven aan een bepaalde religieuze groep, laat staan een religie opdringen. Het seculiere gedachtegoed, of atheïsme, mogen evenmin dominant zijn. In 1995 kreeg het vernieuwde stadhuis de slogan ‘huiskamer van alle Hagenaars’. Sindsdien mogen wij ieder jaar in onze gemeenschappelijke huiskamer de chanoekia aansteken. In het stadhuis staat ook een kerstboom. Dus waarom geen chanoekia?’
Tekst: Robert Reijns