Tomek Jasztrząb komt uit Polen. Hij bezoekt de Poolse mis in de Teresia van Avilakerk aan het Westeinde.
‘Ik woon hier met mijn Nederlandse vrouw en dochtertje. Met Kerst komen mijn ouders over uit Polen. Ze hebben beloofd een karper mee te nemen, die daar op marktpleintjes verkocht worden. En ook cd’s met Oost-Europese kerstliederen.
Hostieritueel
Vooral Kerstavond, de wake – die wij wigilia noemen – kent bijzondere tradities. We zetten twaalf vegetarische gerechten op tafel. Eén stoel blijft onbezet voor een toevallige bezoeker die misschien, hoewel ongenodigd, mee zou willen eten. Dat komt voor. Vorig jaar klopte een dakloze bij ons aan, het jaar daarvoor een tante die met onze familie gebroken had.
Het feest begint zodra de eerste ster aan de hemel verschijnt. Dan pakt de familieoudste – in dit geval mijn oma – een mooi versierde hostie van tafel. Samen bidden we het Onze Vader en het Ave Maria. De oudste breekt de (niet-gewijde) hostie vervolgens en geeft ieder familielid een stukje. Daarna spreken we in tweetallen nauw omschreven gelukwensen uit, waarbij we terugkijken op de onderlinge relatie. Elke keer als je een wens doet, breek je een stukje van de hostie en eet je die op. Het hostieritueel is altijd beladen met veel emoties: mensen lachen, blozen, huilen en kussen. Nooit zeg ik kocham cię, mamo. Maar op kerstavond kan ik het echt niet laten: mama, weet dat ik van je hou.
Ezels en duiveltjes
Tijdens de kerstnachtdienst barst het godshuis uit zijn voegen. Iedereen zingt, luidkeels en licht aangeschoten. Eerste en Tweede Kerstdag staan in het teken van familiebezoek. In de avonden komen troubadours aan huis die, vermomd als ezels, duiveltjes, koningen en herders, het kerstverhaal met volksmuziek brengen. Met Kerst geven we elkaar weinig of geen cadeaus. Bijgeloof is, dat de sfeer op Kerstavond bepalend is voor de sfeer volgend jaar. Maar gezinnen vechten rond Kerst vaak grote ruzies uit, vaak over geldgebrek, kookstress en lang verzwegen familieconflicten.’