Als ik dit schrijf wordt in Buurt en kerkhuis Bethel gebeden en gezongen, wordt de Bijbel gelezen en worden vreemdelingen geherbergd. Eigenlijk niets bijzonders, want dat gebeurt zondag aan zondag in alle kerken. Alhoewel… vreemdelingen roepen ook onder kerkmensen tegengestelde reacties op. Het is de aanwezigheid van de vreemdelingen en het feit dat ze niet van ophouden weten in Bethel, waardoor de Haagse kerken ineens landelijk nieuws zijn.
Uiteraard hoop ik voor het gezin Tamrazyan dat mijn ‘in-druk’ achterhaald is als u dit leest. De gemiddelde Nederlander wordt al onrustig als een kerkdienst een kwartier uitloopt. De familie wacht als ik dit schrijf al 350 uur op een verlossend ‘amen’. Niet alleen zij wachten, al die kinderen die hier geaard en geïntegreerd zijn, maar voor wie geen plaats is in onze herberg.
Het zingen, bidden en roepen om recht in ‘Bethel’ bepaalde mij bij de gelijkenis die Jezus vertelde, over een weduwe die zich het zwijgen niet liet opleggen. Omdat niemand voor haar opkomt, zoekt ze haar toevlucht bij een rechter. Maar die vindt haar lastig en negeert haar schreeuw om hulp. De man belichaamt voor mij de politici die bang zijn ‘soft’ over te komen of ‘een verkeerd signaal’ uit te zenden.
Kinderrechten gelden ineens niet meer zodra ze in de categorie ‘illegaal’ zijn ondergebracht. Maar ‘illegaal’ of ‘uitgeprocedeerd’ is niemand van nature. Dat is het gevolg van door ons bedachte regels. En onverlet blijft dat hij of zij ‘een mens is als u’, zoals in de heilige boeken staat. En in die boeken klinkt van Abel tot Jezus het roepen van machteloze mensen. ‘Een lastig mens’, vindt de rechter in Jezus’ gelijkenis. Zoals ook die asielzoekers die een beroep op het recht doen om niet naar een onleefbare situatie teruggestuurd te worden. Tot drie maal toe heeft de rechter de familie Hayarpi in het gelijk gesteld. Het was de overheid die alles op alles heeft gezet hun recht ongedaan te maken. In ‘Bethel’ krijgen ze nu ruimte om te wachten en te hopen en wordt de roep om kinderrechten in liederen en gebeden omgezet.
Natuurlijk heeft de kerk geen macht om de politiek haar wil op te leggen en ze moet dat ook niet (meer) willen. Ze is als de weduwe in deze wereld, die er niet in berust dat haar rechtvaardige klacht niet gehoord wordt. Een gemeente die de komst van het Rijk verwacht, blijft roepen en betuigen dat er gedaan moet worden wat gedaan moet worden! Anders verspeelt ze haar eerstgeboorterecht.
‘Blijven bidden!’, zegt Jezus tegen zijn discipelen. ‘Kijk naar die weduwe.’ In de kerkgeschiedenis heeft dat deels z’n vervolg gekregen in ochtend-, middag- en avondgebeden. In metten, lauden en vespers in de kloosters. In het gebed op de zondagmorgen en in bidstonden. Want waar het gebed, het roepen, het opnemen voor de ander stil valt, daar stelt Jezus de vraag of er nog wel ‘geloof’ is.
Politiek gesproken is de eindeloze dienst in Bethel een machteloos gebaar. Maar met Kerst vieren we dat de toekomst zichtbaar wordt in een God die zich machteloos doet kennen.
Rob van Essen