Marianne van Betten is als 23e kind geboren in een Haags gezin. Afgelopen jaar verscheen een boek over haar geschiedenis. De katholieke kerk speelde een grote rol in het leven van haar ouders, broers en zussen.
Marianne van Betten groeide op als jongste in een Haags gezin van 23 kinderen. Ze vertelde haar verhaal aan de journalist Henk Hanssen, wat resulteerde in het vorig jaar verschenen boek Ik Nummer 23.
Vader Van Betten – winkelier in koffie, thee en sigaretten – was een vroom katholiek man, die ruim voldeed aan de bijbelse opdracht ‘gaat heen en vermenigvuldigt u’. Zelfs zo dat de pater na de geboorte van nummer 21 en 22 – een tweeling die in de hongerwinter werd geboren – hem zei dat het zo wel goed was. ‘Gelukkig heeft hij dat naast zich neergelegd, anders was ik er niet geweest, ook al hadden ze niet meer op mij gerekend’, aldus Marianne. ‘Toen ik in 1948 geboren werd, was mijn moeder 44, mijn vader 71. Bij zijn eerste vrouw had hij acht kinderen gekregen, bij mijn moeder nog eens vijftien.’ Een jaar na Mariannes geboorte overleed hij.
‘Spaar me niet’

Hoe het is om in een groot gezin op te groeien zal voor ieder kind anders zijn. ‘Bij ons zou je 23 verschillende verhalen hebben gekregen’, stelt Marianne. Feit is wel dat haar broers en zussen hun verhaal liever voor zichzelf hielden; zij is de enige die ermee naar buiten is getreden. De aanzet tot het boek was het overlijden van haar halfzus Leonie in 2007. Het was de wens van Leonie dat Marianne op haar begrafenis een toespraak zou houden. Deze laatste wens stond in de brief die Marianne na Leonies overlijden in handen gedrukt kreeg, samen met haar dagboek. In de brief stond: ‘Spaar me niet. Wees meedogenloos zelfs. Ik zoek geen genade, ik heb vrede met mezelf, met al mijn tekortkomingen. Heb jij vrede met mij?’
Deze vraag had een lange voorgeschiedenis. Leonie had vroeger namelijk veel invloed in het gezin, en niet alleen in positieve zin. Marianne: ‘Ze tiranniseerde ons; dat kan ik echt wel zeggen. Ze zette mijn moeder onder druk, die bijvoorbeeld bij haar om huishoudgeld moest vragen.’ Ook zelf moest ze veel van haar halfzus verdragen. Ze vertelt er openhartig over maar opvallend genoeg is ze ook mild. ‘Toen ik haar dagboek las, realiseerde ik me dat ze nog maar zeven jaar oud was toen haar moeder overleed. Het was zwaar voor haar om de zaak draaiende te houden. Het was armoede bij ons thuis en iedere keer kwam er weer een mond bij die gevoed moest worden.’
De katholieke kerk speelde een grote rol. ‘Leonie indoctrineerde ons met het geloof; zij was min of meer met de kerk getrouwd.’ Inmiddels heeft Marianne afstand genomen van de kerk. ‘Ik wil niet dat alles voor me bepaald wordt; ik wil zelf keuzes maken.’
Moederschap
Het opgroeien in een groot gezin heeft Marianne er niet van weerhouden om zelf kinderen te krijgen. Maar één ding wist ze wel: ze wilde op jonge leeftijd moeder worden. ‘Zelf ben ik opgegroeid tussen oude mensen; tegen mijn halfzussen en -broers heb ik lang “u” gezegd. Ik denk niet dat mijn moeder zoveel kinderen wilde, maar ze kon geen weerstand bieden aan mijn vader, die 28 jaar ouder was. Hij ging altijd vroeg naar bed en bonkte dan met zijn wandelstok op de vloer om mijn moeder naar boven te krijgen, zo weet ik uit de verhalen. Toen ik zelf zwanger was had ik verwacht dat mijn moeder me om mijn hals zou vliegen, maar nee. Ze vroeg of ik de pil vergeten was, terwijl we daar nooit over gesproken hadden.’
Familie op bezoek
Marianne is inmiddels bijna vijftig jaar getrouwd met haar man Jos. Ze kregen samen twee dochters, met wie ze een warme band hebben. ‘Die warmte heb ik vroeger gemist’, zegt Marianne. Bij ons was het toch veel meer “ieder voor zich”. Aandacht was een schaars goed.’
De zes broers en zussen die nog in leven zijn, zijn niet allemaal even blij met het boek van Marianne. De generatie daarna opvallend genoeg weer wel. Neven en nichten vertellen haar dat ze het fijn vinden om meer over hun familie te weten te komen, ook al zijn de verhalen niet allemaal even mooi. Een van hen zei: ‘Eindelijk krijg ik mijn familie op bezoek; er is veel te lang over gezwegen.’
Tekst: Irna van der Wekke
Marianne van Betten, Ik Nummer 23, verteld door Henk Hanssen. Andelst: Uitgeverij Ekstreem, 2018. Gebonden € 24,95; paperback € 19,95.