Met het overlijden van Janneke van Beuzekom-van Veen, half mei, op 87-jarige leeftijd is iemand heengegaan die de verpersoonlijking was van de vrouwenemancipatie in de hervormde (protestantse) kerk na de Tweede Wereldoorlog. Ze was op velerlei terrein actief: blijvende aandacht voor de jodenmoord in de oorlog, vredeswerk, milieuacties. Een ‘actief en welbesteed leven’, zo omschreef de rouwannonce haar instelling treffend.
Met een mengeling van trots en verbazing vertelde Janneke van Beuzekom in 1993 in het blad Hervormd Den Haag, voorloper van KDH, hoe na de Tweede Wereldoorlog de landelijke leiding van de hervormde kerk vrouwen stimuleerde de handen uit de mouwen te steken.
‘De heren die in de kerk de dienst uitmaakten hadden in de oorlogsjaren “ontdekt” dat vrouwen ook verantwoordelijkheid kunnen dragen. Mevrouw van Beuzekom kan hartelijk lachen om zo’n betuttelende benadering.’
Het gevolg was dat overal in het land afdelingen van de HVD werden opgericht, de Hervormde Vrouwen Dienst. Na de kweekschool voor onderwijzers zou die de belangrijkste leerschool van Van Beuzekom worden. ‘Het bijzondere heb ik altijd gevonden dat in de HVD praten en doen zo vanzelfsprekend bij elkaar horen.’
Politieke acties
Het emancipatoire werk van de HVD weerspiegelde vanaf de jaren vijftig de brede, maatschappelijke oriëntatie van de hervormde kerk, die als volkskerk de meningsvorming op allerlei terrein wilde stimuleren. Het kerkelijk leven was bijna onbegrensd. Janneke van Beuzekom snoof de nieuwe tijd met volle teugen op. Van traditioneel, dienstbaar werk verschoof haar blik naar politieke acties.
Toen rond 1980 het land verdeeld was over de plaatsing van nieuwe kernwapens, werd zij actief in een groep kritische CDA-leden. En toen de Wereldraad van kerken opriep tot een conciliair proces – een periode van bezinning – op het gebied van ‘vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping’, ontdekte zij de milieuproblematiek. Plaatselijk en landelijk werden in die tijd jaarlijkse milieuzondagen georganiseerd.
‘De wereld is uit balans en als kerk hebben we een bijzondere verantwoordelijkheid om daar wat aan te doen’, zei ze. Maar ze ging allerminst gebukt onder het wereldleed. Ze hield er ook van gedichten te schrijven en mooie herinneringen te noteren, en die te omlijsten met ontroerende en nostalgische plaatjes. Zo hield ze zichzelf in balans.
Vanaf het begin, in 1985, was ze betrokken bij de jaarlijkse Jom Hasjoaherdenking in Den Haag, om stil te staan bij de jodenmoord in de oorlog. Die plechtigheden, met een bijeenkomst in de Kloosterkerk en een kranslegging op het Rabbijn Maarsenplein, bestaan nog steeds. Ook was ze mede-oprichter van een gemengd leerhuis van joden en christenen. ‘De joodse traditie heeft ons zoveel te leren’, zei ze.
Begin jaren negentig, toen de Haagse HVD ter ziele was gegaan, werd ze actief als vrijwilliger in een clubhuis in de Schilderswijk. Want stilzitten, dat was niets voor haar.
Optimistische kijk
In het portret in Hervormd Den Haag werd Janneke van Beuzekom geschetst als iemand met een ‘onverwoestbaar optimistische kijk op het leven.’ Ze zei tegen verslaggever Wouter Smit: ‘Ik heb leren inzien dat elk mens iets waardevols in zich heeft waarmee hij of zij anderen ten dienste kan zijn. En van de joden heb ik geleerd dat we al onze energie moeten steken in het hier en nu. Discussies over het hiernamaals zeggen mij niet zo veel. Laten we er in dit leven maar zoveel mogelijk van maken.’