Mikal Tseggai: ‘Kom uit je elitaire bubbel’

0
962

Mikal Tseggai liet haar kerkelijke verleden los, maar het christelijk geloof niet. Voor haar is het een leidraad in haar werk in de Haagse gemeenteraad. ‘Ik heb een groot rechtvaardigheidsgevoel.’

De ouders van de 24-jarige Mikal Tseggai zijn dertig jaar geleden als oorlogsvluchtelingen uit Eritrea naar Nederland gekomen, waar Mikal vijf jaar later in Haarlem werd geboren. In Eritrea waren haar ouders lid van de Koptisch Orthodoxe Kerk. In Nederland sloot het gezin zich aan bij de katholieke kerk. De kerk als instituut heeft Mikal losgelaten, maar het christelijk geloof niet.

Mikal bezocht de katholieke basisschool. In de klas werden verhalen uit de Bijbel verteld en wat je daarvan kunt leren. ‘Ik vind Bijbelverhalen mooi om te lezen en vind het fijn om er met vrienden over te praten. Maar met de regels, dogma’s en rituelen van kerken heb ik niet veel op. Dus toen ik verhuisde naar Den Haag voelde ik niet meer de noodzaak om me bij een kerk aan te sluiten. Ik wil wel bezig zijn met iets dat groter is dan ik. Dat doe ik via mijn werk namens de PvdA in de Haagse gemeenteraad. Christelijke waarden en normen vind ik terug in de sociaaldemocratische idealen.

Ik heb een groot rechtvaardigheidsgevoel, dat had ik als kind al. Ik vind het belangrijk dat mensen gelijke kansen hebben en naar elkaar omkijken. Dat er vangnetten zijn voor mensen die het moeilijk hebben, die ziek zijn of werkloos. Ik herken zelf iets in de problematiek van migrantenjongeren die zich niet geaccepteerd voelen in de Nederlandse samenleving. Dat gevoel wordt gevoed door wat er te lezen valt in de (sociale) media, maar de afwijzing wordt soms ook direct tegen hen uitgesproken. Als je door je huidskleur of je achtergrond niet volledig geaccepteerd wordt, is dat een smeulend probleem. Migrantenjongeren zijn daarom kwetsbaar, want door dat gebrek aan aanvaarding staan ze met één been in hun land van oorsprong en met hun andere been in de Nederlandse samenleving. Waar hoor je dan bij?

Naastenliefde

Voor mij is de kern van het christendom naastenliefde, een altruïstische levenshouding. Ik zie mijn geloof meer als leidraad dan als kader. Een kader is een hokje, waarin duidelijk is wat wel of niet hoort, waarin regels bepaald worden, die dan vaak ook aan anderen opgelegd worden. Dat wil ik niet. Mijn persoonlijke overtuiging en idealen zijn mijn richtsnoer. Maar die leg ik niet aan anderen op. Dat gebeurt in kerken naar mijn gevoel teveel: oordelen over abortus, over seksualiteit, over het al dan niet mogen scheiden van een partner. Ik denk dat men wat daarover in de Bijbel staat niet leest in zijn historische context. Regels van vijfentwintighonderd jaar geleden zijn niet meer automatisch toe te passen op de huidige tijd. In de Thora, Bijbel en de Koran staat: “God is degene die oordeelt.” Niet de ene mens over de ander. Aan de andere kant zie je in de links progressieve hoek ook mensen die dogmatisch zijn, maar dan dogmatisch atheïst. Ook dat spreekt me niet aan.

Transvaal

Cohesie is belangrijk in een stad als Den Haag. Daarom praat ik ook graag en veel met maatschappelijke organisaties. Ik geef samen met een collega van D66 les aan kinderen op een weekendschool in Transvaal. Als je ze vraagt wat ze later willen doen, beperkt zich dat meestal tot wat ze in hun directe omgeving zien. Wij laten hen meer mogelijkheden zien in onze lessen. We hebben blokken van zes weken over een bepaald onderwerp. Bijvoorbeeld over de gezondheidszorg of de rechtsstaat. Dan gaan we met hen naar de Tweede Kamer, of we laten iemand van Defensie komen. Dit soort werk voedt mij. Want je moet niet in je eigen elitaire bubbel blijven zitten. Op 4 mei heb ik een toespraak gehouden bij de dodenherdenking die was georganiseerd door een kerk, een moskee en een tempel. Dat vind ik nou een voorbeeld van uit je bubbel stappen: de samenwerking van mensen met verschillende geloofsovertuigingen!’

Tekst: Greet Kappers. Videobeeld van Sanne Rovers.

In het Bijbels Museum in Amsterdam is een tentoonstelling te zien onder de titel ‘Dit is mijn verhaal’. Hier worden de verhalen van achttien jongeren verbeeld in film en animatie. Mikal is een van hen. Er is ook een boek van gemaakt onder de titel Dit is mijn verhaal – jonge christenen over geloof, hoop en liefde. De tentoonstelling is in de zomer van 2020 te zien in Den Haag in de Kloosterkerk.