Leven we verder na de dood? Vier verhalen over hoe ‘hemel en aarde’ soms vloeiend in elkaar overlopen. Is het teken of toeval?
Als redactie hadden wij het onzalige plan opgevat om willekeurige voorbijgangers op straat te vragen wat zij denken dat er met ons gebeurt als we doodgaan. Een beetje naïef, want het is immers een intieme vraag aan volkomen onbekende mensen. Dat bleek, want de eerste vijf wandelaars die ik aansprak vonden het een interessante vraag, maar hadden geen tijd of zin om erop in te gaan. Maar de koude wind van zee heeft misschien ook een rol gespeeld.
De zesde persoon bleek een Zwitserse vrouw te zijn, die er anoniem wel iets over wilde zeggen. ‘Ik geloof dat we geestelijk blijven bestaan. Het is wel wonderlijk, want ik woon in Zwitserland, maar ik moet om de paar weken naar Den Haag komen. Ik moet de Noordzee zien, juist op deze plek. Ik heb het gevoel dat ik hier in een vorig leven gewoond heb. Als je dat zo sterk voelt, dan moet er toch wel iets van leven na de dood zijn?! Ik word met die vraag ook wel meer geconfronteerd nu ik ouder word. Een goede vriendin van me is pas overleden, dat bepaalt je wel op een hardhandige manier bij onze eindigheid en bij de vraag wat er daarna komt.’
Ze kijkt omhoog en zegt dan: ‘Maar niemand is ooit teruggekomen van de dood, dus we weten het niet…’
Een hand
Onze buurvrouw van 80 gaat in haar verhalen steeds vaker terug naar ‘vroeger’. Haar man Leen is al meer dan twintig jaar geleden overleden, ze mist hem nog dagelijks. Vlak na zijn overlijden lag zij in bed en moest hevig huilen om hem, met haar hoofd op zijn kussen: ‘Toen voelde ik ineens een hand die over mijn hoofd streek en over mijn arm, heel warm en lief. Misschien vind je het gek dat ik het zeg, maar ik had echt het gevoel dat Leen weer even bij me was.’
De dood is niet het einde
Dolf Langerhuizen (pastoor) riep in een preek eens hartstochtelijk uit: De-Dood-Is-Niet-Het-Einde! Desgevraagd licht hij dat toe: ‘Wij mensen hebben allemaal een kern wie we ten diepste zijn. Noem dat de ziel. Wij zijn door God bemind, hij heeft ons in het leven geroepen. Ik heb het in mijn pastorale praktijk meerdere keren meegemaakt dat iemand een bijna-doodervaring had. Ze hebben een prachtig licht gezien, een schitterend landschap, of liefdevolle nabijheid ervaren. Vaak hebben ze moeite om weer terug in het aardse leven te komen, zeggen niet meer bang voor de dood te zijn. Dat bevestigt voor mij keer op keer weer dat de dood niet het einde is. Het kan niet zijn dat wij met de dood in het niets verdwijnen. Niemand kan zich voorstellen wat God voor ons heeft bereid na onze dood, maar dat we worden opgevangen in Gods hand: daar ben ik zeker van.’
Ruitenwissers
Nadat mijn moeder was gestorven, kregen elektrische apparaten in mijn huis en mijn auto het op hun heupen. De wekker ging uren te vroeg af, omdat ‘ie twee keer sneller liep dan normaal. De ruitenwissers in de auto gingen spontaan heen en weer, terwijl het niet regende. Lichten gingen aan en uit, zonder dat ik iets deed. Toen in de auto weer eens van alles aan ging zonder dat ik knopjes had aangeraakt, riep ik uit: ‘Mam, nou weet ik het wel: je bent er nog!’ Daarna is het niet meer voorgekomen. Toeval? Ik denk dat de boodschap is overgekomen, zowel bij haar – waar ze dan ook is – als bij mij.
Tekst: Greet Kappers