De fluwelen revolutie in Oost-Europa, dertig jaar geleden, droeg sterk de sporen van christelijke inspiratie. Tegen de kaarsen en gebeden in Berlijn en Leipzig waren de machthebbers kansloos. In Nederland weten politici niet goed raad met de kerk.
De herdenking van ‘30 jaar val van de Muur’ leidt op deze zondag bijna automatisch naar de Duitse evangelische kerk aan het Bleijenburg, in het centrum. Het is een donker gebouw, statig, maar ook een tikje geheimzinnig. Je stapt er duidelijk een andere wereld binnen.
Dat blijkt, als bij binnenkomst op de banken bordjes hangen: West en Ost. De bezoekers wordt gevraagd daar te gaan zitten, waar ze vroeger in Duitsland woonden: in het Westen of in het Oosten. Wat nu – heeft de tijd hier stilgestaan?
Lachende grenssoldaten
Even later wordt de toedracht duidelijk. Pfarrer Thomas Vesterling heeft met opzet voor verwarring gezorgd. Halverwege worden de bezoekers uitgenodigd op te staan en naar de andere kant te verhuizen, terwijl ze de handen schudden met hun tegenliggers en herinneringen ophalen aan die bewuste dag in 1989, toen de Muur viel. Het wordt een emotioneel intermezzo.
In zijn preek vertelt Vesterling hoe in die tumultueuze dagen voor velen het paradijs op aarde leek te zijn neergedaald. Het koninkrijk van God was gevestigd. Zelfs de grenssoldaten waren gaan lachen. Maar na de vreugde volgde de ontnuchtering. Is Duitsland tegenwoordig het paradijs? ‘Nein danke.’
Waarna de bijbelse uitleg volgt, dat het ‘koninkrijk van God’ niet in uiterlijkheden schuilt, maar ‘midden onder u’ is. Luther – zijn portret hangt prominent in de koffiekamer – heeft het volgens hem nog iets preciezer gezegd: ‘Het rijk van God is binnen in jullie.’ Vesterling: ‘Het is een werkelijkheid die ons omringt, bijvoorbeeld toen we elkaar hier vanmorgen de hand hebben gereikt.’
Weggemoffeld
De viering in deze Haagse kerk roept de herinnering op, dat de fluwelen revolutie in tal van Europese landen in het najaar van 1989 in grote mate is gevoed door mensen van christelijken huize en ook door kerken als organisaties. Dat wordt vaak vergeten of weggemoffeld. Toen de historicus Beatrice de Graaf onlangs bij De Wereld Draait Door aanschoof, vloog de ondertitel van haar proefschrift even over het scherm: De DDR, de Nederlandse kerken en de vredesbeweging. Het boek schetst de boeiende kerkelijke contacten, op alle niveaus, die er uiteindelijk toe leidden – samen met andere factoren – dat het communistische bewind in Oost-Berlijn implodeerde. Een DDR-minister zei naderhand dat het regime op alle vormen van verzet was voorbereid, ‘maar niet op mensen die in kerken baden en kaarsen aanstaken’. Hét voorbeeld van dit geweldloze verzet was de Nicolaïkirche in Leipzig, waar wekelijkse bijeenkomsten uitgroeiden tot een massale volksbeweging.
Gedächtniskirche
Duitsland heeft een traditie van godsdienstige presentie in het publieke domein. De herdenkingsfeesten rond ‘30 jaar val van de Muur’ werden in Berlijn ingeluid met een plechtige bijeenkomst van de Duitse regeringstop, vergezeld van buitenlandse staatshoofden. Waar, in een congreshal? Nee, in de Verzoeningskapel op het terrein waar eerder de Muur liep. Met een kerkdienst waar een bisschop voorging. En ook toen de Muur in 1989 net geopend was, gingen beelden de wereld over van bondspresident Richard von Weizsäcker, tijdens een emotionele bijeenkomst in de Berlijnse Gedächtniskirche.
Ook moet niet vergeten worden dat paus Johannes Paulus II aan het prille begin heeft gestaan van alle omwentelingen in Oost-Europa. Toen hij, na zijn verkiezing in 1978, een jaar later zijn geboorteland Polen bezocht, legde hij in ware triomftochten de kiem voor de opmars van vakbondsleider Lech Wałęsa, die op zijn beurt later democratische verkiezingen wist te forceren.
De verhouding tussen godsdienst en het democratische bedrijf is in Nederland anders. Toen de VVD-politica Ayaan Hirsi Ali op het toppunt van haar carrière was, stelde ze schoolkinderen eens voor de keuze. Wat was belangrijker, het geloof of de grondwet? Zij wist het. Maar in abnormale omstandigheden, als wetten onderdrukkingsmechanismen zijn geworden, gelden andere waarden. Dat wisten de Polen, Duitsers, Tsjechen en Hongaren eind jaren tachtig.
Ook bij nationale emotionaliteit wordt in Nederland niet snel op godsdienstige tradities teruggegrepen. De Zuid-Hollandse commissaris van de koning Jaap Smit – tevens theoloog – heeft er zijn verbazing over uitgesproken dat de grote herdenking van de MH17-slachtoffers in 2014 in een nietszeggende hal plaats vond, in plaats van in een sfeervolle grote kerk. Politiek en nationaal gevoel lopen in dit land met een boog om de kerk heen.
Dan is Duitsland misschien toch een paradijsje.
Tekst: Jan Goossensen
Op de foto: verkeer van mensen op een symbolische brug tussen Oost- en West-Berlijn