
Het huwelijk is een feestelijke gebeurtenis: we beloven elkaar trouw te blijven en spreken een blijmoedig ‘ja, ik wil!’ uit. Maar wat als die belofte geen stand houdt? Is er dan behoefte om dat ook in kerkelijk of religieus opzicht vorm te geven? Kerk in Den Haag sprak een katholieke en een protestantse vrouw die kerkelijk getrouwd en weer gescheiden zijn.
Het kerkelijk huwelijk is in de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) een sacrament: een heilige en onverbreekbare band. Er bestaat wel de mogelijkheid om een huwelijk bij de kerkelijke rechtbank ongeldig te laten verklaren. Maar wat betekent dat voor de pastorale praktijk? Hoe leef je daar vervolgens mee verder? Anne-Marie vertelt over haar ervaring: ‘Na 33 jaar huwelijk zijn wij gescheiden. Mijn man kwam voor mij en onze kinderen volkomen onverwachts uit de kast toen hij vertelde dat hij homoseksueel was.’
Ongeldigverklaring
‘Ik was net een half jaar fulltime aan het werk in de pastorale zorg. In de hectische periode die volgde, had ik nauwelijks tijd om goed over de dingen na te denken. Vervolgens heb ik bij de kerkelijke rechtbank een ongeldigverklaring aangevraagd. Dat is een enorm confronterend en redelijk ingewikkeld proces, dat veel tijd en aandacht vraagt. Die ongeldigverklaring kreeg ik echter in korte tijd, want een huwelijk met een homoseksuele man kan in de ogen van de kerkelijke rechtbank vrij gemakkelijk als ongeldig verklaard worden. Achteraf gezien spijt mij dat. Homoseksualiteit wordt in de Rooms-Katholieke Kerk niet erkend als iets dat “normaal” of “gewoon” is. Achteraf voelt het als verraad, zowel naar mijn man als naar onze kinderen. Zo’n ongeldigverklaring zegt in feite: “er is nooit een huwelijk geweest” – eigenlijk is dat verschrikkelijk.
Deze ervaring heeft mij wel erg geholpen in mijn werk als geestelijk begeleider. Want ik merkte dat veel mensen met soortgelijke problemen rondlopen. Omdat ik er niet geheimzinnig over deed, was het voor anderen gemakkelijker om erover te praten. Ik kon hen helpen nadenken of ze de gang naar de kerkelijke rechtbank wel echt wilden maken.
Mijn ex-man heeft na de scheiding lang met een vriend samengeleefd die enkele jaren terug is overleden. En toen werd hij zelf dement. Ik heb geregeld dat hij in een verzorgingshuis vlak bij mij kon komen en nu ben ik sinds het najaar zijn mantelzorger. Hij ligt nu in een hospice, zijn einde is nabij. Maar door zijn dementie leeft hij in de veronderstelling dat hij in zijn gezin sterft. Onze liefde voor elkaar zit blijkbaar heel diep. Om pastorale ondersteuning heb ik tijdens de scheiding niet gevraagd, maar de manier waarop mijn ex-man en ik nu met elkaar omgaan, brengt mij in het reine in mijn persoonlijke relatie tot God.’
Erkenning
Gevraagd naar zijn ervaring vertelt Ad van der Helm, docent kerkrecht aan de Universiteit van Leuven en pastor van de parochie Maria Sterre der Zee: ‘Het rechtssysteem van de kerkelijke rechtbank bestaat uit een kerkelijk-juridische kant en een pastorale benadering, bedoeld om mensen verder te helpen. Enkele keren per jaar bied ik pastorale ondersteuning aan mensen in een scheidingsproces. We voeren gesprekken, als zij dat willen bid ik met hen, en ook kunnen zij hun zorgen in een biechtgesprek bij God brengen. Betrokkenen hebben vaak behoefte aan erkenning van hun tekortschieten en zoeken naar een weg om op een goede manier met de scheiding om te kunnen gaan. Ik merk ook nogal eens dat er een negatief gekleurd beeld bestaat van de manier waarop de Rooms-Katholieke Kerk met scheidingen omgaat. Men vertelt bang te zijn om afgewezen te worden en niet goed genoeg (meer) te zijn: “Mag ik dan nog wel in de kerk komen?” Als ik dan met hen in gesprek ga, zeg ik dat de zorg voor hun persoonlijk heil – hun heling of geluk – altijd vooropstaat. Dan krijg ik nog weleens de reactie dat ze dat helemaal niet hadden verwacht. Gescheiden mensen gaan een proces in van verzoening met God, met zichzelf en met de gemeenschap. Pastores hebben een grote bevoegdheid om met deze problematiek om te gaan. Met name de pastoor heeft vanwege het pastorale belang in de kerkelijke wet meer beslissingsruimte dan men soms denkt.’
Mensen die behoefte hebben om over hun scheiding te praten, nodigt Van der Helm uit om contact met hun parochie op te nemen. Hij benadrukt dat er zorgvuldig, prudent en met respect voor de persoonlijke omstandigheden naar betrokkenen wordt geluisterd en met hen wordt gesproken.
Scheidingsritueel
Anders dan in de RKK is het kerkelijk huwelijk in de Protestantse Kerken in Nederland (PKN) geen sacrament, maar een pastorale zorg die in de liturgie van het huwelijk vorm krijgt. Sinds een aantal jaren staan er in het dienstboek enkele voorbeelden van gebeden die gebruikt kunnen worden als ex-partners behoefte hebben aan een ritueel om hun scheiding ook religieus vorm te geven. Diverse Haagse voorgangers die wij spraken, bleken hier geen ervaring mee te hebben. Misschien heeft dat ermee te maken dat de voorbeelden in het dienstboek uitgaan van een liturgie waaraan beide partners deelnemen. Zoals een van de voorgangers het verwoordde: ‘Het zijn vaak vechtscheidingen en dan zal zo’n vraag niet snel opkomen.’
Open eind
De Haagse Els vertelt over een ritueel dat zij zelf zo’n twintig jaar geleden heeft meegemaakt: ‘Ik was 29 jaar toen ik ging scheiden: een pijnlijk en langdurig proces dat veel verdriet en spijt kostte. Negen jaar eerder waren wij in de Gereformeerde Kerk getrouwd. Voor mij was dat veel belangrijker dan het wettelijk huwelijk. Knielen doe je als protestant al niet vaak, maar bij de huwelijkszegen wel. Je buigt je hoofd en je knieën als teken van overgave aan degene die voor mij “de Onnoembare” is.
Twaalf jaar later kreeg ik een nieuwe relatie. Voordat wij over onze relatie een eenvoudige zegen zouden ontvangen – zonder huwelijksceremonie – wilde ik voor mijzelf een religieus ritueel om het falen van mijn eerste huwelijk alsnog kerkelijk vorm te geven. Met Hans, een voor mij vertrouwde dominee en twee goede vrienden als getuigen, heb ik toen een korte liturgie bij mij thuis doorlopen. De vorm was in zijn eenvoud prachtig en emotionerend: een gebed dat ik zelf schreef en uitsprak en waarin ik vergeving vroeg voor mijn falen, bad om zegen voor mijn ex en mijzelf en om vrijspraak van mijn ooit afgelegde belofte. Psalm 63 werd voorgelezen en we lazen het verhaal van Jacobs gevecht met de engel. Toen Hans vervolgens zijn hand boven mijn hoofd hield en de zegen uitsprak, ervoer ik dat heel intens.
Voor mij was dit ritueel enorm bevrijdend. Achteraf gezien was de scheiding in mijn ogen nooit helemaal afgerond, want ik had ook in de kerk de belofte gedaan hem trouw te blijven. Als je dat dan niet blijkt te redden, blijf je achter met een open eind. Je blijft met elkaar verbonden voor God – zo heb ik dat ervaren. Hoe kun je dan in een nieuwe relatie stappen?’
Tekst: Greet Kappers