Het nieuwe stadsbestuur van Den Haag heeft een online ‘meldpunt integriteit’ in het leven geroepen. Burgers kunnen hier melden wanneer ze vermoeden dat een raadslid of medewerker niet integer werkt en zich bijvoorbeeld schuldig maakt aan fraude, corruptie, belangenverstrengeling of misbruik van bevoegdheid. Dat meldt waarnemend burgemeester Johan Remkes op omroepwest.nl. Waar wanneer ben je integer? En wat vinden bestuurders zelf van die maatregel? Kerk in Den Haag gaat daarover in gesprek met raadslid Mikal Tseggai en wethouder Bert van Alphen.
In het nieuwe coalitieprogramma ‘Samen voor de Stad’ wordt herstel van het vertrouwen als belangrijke prioriteit genoemd. De vorige coalitie moest aftreden als gevolg van een vertrouwenscrisis rond Groep De Mos / Hart voor Den Haag.
Mikal Tseggai is sinds 2018 raadslid voor de PvdA. Haar uitgangspunt op het gebied van integriteit is: bij twijfel niet doen. ‘Je moet te allen tijde de schijn van belangenverstrengeling tegengaan. Als je als gemeenteraadslid iets voor anderen wilt doen, moet je je altijd afvragen of je dat zelf kunt doen. Het kan verstandig zijn om het aan een collega te vragen als je er zelf belang bij hebt.’
Tseggai heeft dit soort dilemma’s nog niet bij de hand gehad, maar vindt het belangrijk er alert op te zijn.
‘Ik heb samen met een D66-collega een weekendschool gerund. Toen hebben we afgesproken om afstand te bewaren wanneer een subsidievoorstel voor weekendscholen besproken zou worden. Ik zou niet mee hebben gestemd.’
Tseggai vindt het belangrijk dat het meldpunt integriteit er is. ‘Iedereen moet zich veilig kunnen voelen en kunnen melden als mensen misbruik maken van hun positie.’ Lokale politiek is wat dat betreft nog lastiger dan landelijke politiek, vindt ze. ‘Je hebt veel informele contacten.’ Zelf heb ik geen koophuis, maar mijn beste vriendin misschien wel. Stel dat ik een beslissing moet nemen over een maatregel waardoor de waarde van haar huis omlaag zou gaan. Dan moet ik durven zeggen: mijn vriendin woont in deze straat, de maatregel is misschien nadelig voor haar, maar wat zou ik in ieder ander geval doen? En dat dan ook gewoon doen.’
Spiegel
Bert van Alphen is – opnieuw –wethouder namens GroenLinks. ‘Van mijn ouders heb ik geleerd dat je jezelf ’s avonds in de spiegel moet kunnen aankijken en de vraag beantwoorden of je die dag goed gehandeld hebt. Zo probeer ik door het leven te gaan en mijn functie te vervullen,’ zegt hij.
‘Als bestuurder moet je het gedrag vertonen dat je graag bij de burgers wilt zien. Het is niet altijd gemakkelijk om rechtvaardig en integer te zijn; er kunnen ook andere belangen meespelen. Het gebeurt dat mensen om hulp vragen en de nood zo hoog is dat je de neiging hebt de zaak in de goede richting te zetten. Maar eigenlijk moet je het via de ambtelijke weg laten lopen om gelijke behandeling te garanderen. Dan botst het systeem met de menselijke nood. Het is belangrijk dat je altijd achteraf kunt verantwoorden dat je handelde uit goede wil.’
Lantaarnpalen
Soms spelen er ook persoonlijke belangen. Van Alphen: ‘In mijn eigen straatje is het niet goed geregeld met de lantaarnpalen. Het gaat natuurlijk nergens over, maar even als voorbeeld. Als bewoner ben ik geneigd tegen de gemeente te zeggen dat daar snel iets aan gedaan moet worden, maar omdat ik wethouder ben kan ik dat niet doen. Je moet altijd goed nadenken vanuit welke functie je contact zoekt met overheden en instanties.’
Ook wordt hij weleens gevraagd op te treden namens een groep mensen of een beslissing in hun voordeel te nemen. Van Alphen: ‘Ik zeg dan dat ik dat vanuit mijn functie niet op die manier kan doen. Mijn stelregel is om niets te beloven waar ik niet zelf in kan geloven.’
Het meldpunt integriteit vindt hij een belangrijke stap in de goede richting. ‘Het is goed om als overheid uit te stralen: wees niet bang, we zijn er niet om je te straffen, maar we zijn er om elkaar te ondersteunen. We moeten ons best doen om het vertrouwen in de overheid terug te krijgen. Dat is een flinke klus en daarvoor zijn we hard aan het werk.’
Commentaar
Kerk in Den Haag-redactielid en theoloog Rob van Essen: ‘De opmerking van Van Alphen dat je jezelf in de spiegel moet kunnen aankijken, geeft mooi weer waar het ook in de Bijbel over gaat bij integriteit.
Het woord als zodanig komt in geen enkele Nederlandse Bijbelvertaling voor, maar wel woorden als oprechtheid, een zuiver geweten en gaafheid. In het Oude Testament is het een kwaliteit die van koningen en gezaghebbers gevraagd wordt, met een sterke nadruk op onpartijdigheid. In een rechtszaak mag je zelfs de arme niet voortrekken. Maar het hoort ook bij gewone mensen. Het is een basishouding die van iedereen gevraagd wordt en die een samenleving leefbaar maakt.
In het Nieuwe Testament zie je het begrip vooral terug in de Brief van Jakobus, waar staat dat je je geloof toont door wat je doet. Het aardige van de bijbelse noties is dat je niet gelovig hoeft te zijn om te zeggen: dit maakt het leven leefbaar.’
Tekst: Irna van der Wekke