De verspreiding van het coronavirus brengt weliswaar onzekerheid en verdriet met zich mee, maar is onzekerheid altijd negatief? Niet altijd, schreef Margot C. Berends al enkele maanden geleden. Een verfrissend inzicht in het licht van de huidige ontwikkelingen.
Als de blaadjes van de bomen vallen is één ding zeker: dat het onzeker is of je zult meemaken dat je in het voorjaar weer jong en fris groen zult zien. Niemand weet zeker of hij morgen nog leeft. Dat is misschien een nare gedachte. Maar vooral is het zo’n existentieel gegeven dat je dat het beste maar kunt accepteren. Anders heb je geen leven.
Misschien moet je de onzekerheid niet alleen accepteren, maar zelfs omarmen. Het kwetsbare bestaan is per definitie ongewis. Wie daartegen vecht, leeft vanuit de angst. Maar als je levenshouding is: ‘ik zie wel wat er gebeurt’, kan dat een bevrijding zijn. Behalve vervelende kunnen er dan ook onverwacht mooie dingen gebeuren. Pionieren, dwalen, zelfs verdwalen, geen huis en meubels hebben – en dan komt er iets bijzonders op je pad. Genade.
Manna voor één dag
Als ik aanbiedingen ‘twee halen één betalen’ zie, speelt altijd weer het dilemma op: hoeveel sla ik in? Ga ik inderdaad, zoals een supermarkt aanmoedigt, hamsteren? Of vertrouw ik erop dat er weer een nieuwe aanbieding komt, voordat mijn voorraad op is? Dat vraagstuk wordt al in de Bijbel besproken in het verhaal waarin het volk Israël manna voor één dag krijgt. Zodra men – uit angst, want je weet maar nooit – het brood dat uit de hemel viel ging vergaren en bewaren, bedierf het. Geen zorgen voor de dag van morgen. Vertrouw op God.

De franciscaan en hoogleraar franciscaanse spiritualiteit en theologie Theo Zweerman (1931-2005) introduceerde de term ‘het verzekeringssyndroom’. Hij erkent dat we in onze westerse samenleving niet ontkomen aan sommige verzekeringen. Wie die niet afsluit, brengt zijn medemens in ernstige moeilijkheden, schrijft hij. Toch blijft voor hem ‘de vraag of wij moeten meedoen met de zucht naar steeds verder reikende verzekering en veiligstelling’. Want zijn we ooit veilig? In plaats van je verregaand te verzekeren en verontwaardigd te zijn als jou toch onheil treft, kun je beter erkennen dat het bestaan wankel is. Niet je afvragen ‘waarom moet mij dat nou overkomen?’ maar: ‘waarom zou mij dat níét overkomen?’.
Zoeken
Een redactielid vertelde hoe ze in haar werk soms moeders krijgt die een coach zoeken voor hun puber of adolescente zoon of dochter ‘omdat hij/zij zo onzeker is’. Ze zei: ‘Wat is het probleem? Is dat niet normaal dan? Het tekent onze samenleving dat onzekerheid gezien wordt als ongewenst.’
Een ander redactielid noemde dit motto van de Tsjechische schrijver en politicus Václav Havel (1936-2011): ‘Kies het gezelschap van degenen die de waarheid zoeken, maar ren weg van degenen die haar gevonden hebben.’ En iemand anders citeerde Romano Guardini, de in 1968 overleden priester-filosoof: ‘Niets is ons gegeven op de wijze van zekerheid, alles op de wijze van het begin, het onderweg zijn, het worden, het vertrouwen, de hoop, de vraag.’
Ten slotte stuurde een redactielid het gedicht Zwerversliefde (gepubliceerd in 1948) van de dichter Roland Holst op, met name deze strofe:
Wij zijn maar als de blaren in de wind
ritselend langs de zoom van oude wouden,
en alles is onzeker, en hoe zouden
wij weten wat alleen de wind weet, kind –
De blaadjes die ik noemde in mijn eerste zin, schreeuwen erom om gekoesterd te worden. De nog groene die aan de bomen zitten, én de dode, dorre, warm-oranje die inmiddels op de grond liggen.
Tekst en foto’s: Margot C. Berends