Verscholen sporen van Haags leed

0
567

Tijdens een wandeling langs de bunkers van de Atlantikwall besef je: vrijheid is nooit vanzelfsprekend. ‘Dat we er maar hartstikke blij mee mogen zijn’, aldus gids Robert van Venetië.

Wie altijd al meer heeft willen weten over de bunkers van de Atlantikwall, moet – als het volgens de coronarichtlijnen weer kan – aanhaken bij de bunkerwandeling, die langs randje centrum, Benoordenhout en een deel van Scheveningen voert. De wandeling wordt georganiseerd door het Gilde, een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor ‘kennisoverdracht’.

Manschappenbunker 622

Even is het alsof Robert van Venetië terug is in de Tweede Wereldoorlog, al heeft hij die niet meegemaakt. ‘Dit valt natuurlijk gigantisch op, ook vanuit de lucht’, moppert hij langs de Badhuisweg. Pal voor Manschappenbunker 622, aan de rand van de Nieuwe Scheveningse Bosjes, is kortgeleden een overkapping aangebracht. Spiksplinternieuw en met blinkende verf. De gids van het Gilde kent de reden voor het aanbrengen van het bouwsel niet, maar is er niet over te spreken. ‘Het hoort er gewoon niet. De Duitsers hadden het ook niet, dus waarom wij wel?’

Manschappenbunker 622 was onderdeel van de Atlantikwall, de van Zuid-Frankrijk tot Noord-Noorwegen lopende verdedigingslinie die Hitler in 1942-’43 liet aanleggen. Na de mislukte Duitse invasie van Groot-Brittannië en het begin van de aanval op Rusland, beide in 1941, wilde ‘Der Führer’ geen risico lopen op een geallieerde invasie vanuit zee. De bouw van de Atlantikwall in 1942-’43 werd een ingrijpende operatie voor Den Haag, als bestuurlijk en militair centrum een belangrijke stad voor de Duitse bezetter.

In november 1942 kregen 135.000 burgers, een kwart van de Haagse bevolking, het bevel hun woningen te ontruimen en te verlaten. Talloze huizen werden gesloopt, waaronder vrijwel de hele Bomenbuurt. Alles om een vrij schootsveld voor het Duitse leger te creëren of ruimte te maken voor de verdedigingswerken van de Atlantikwall. Hiervan waren er naar schatting 1700 in en om Den Haag, waarvan een flink deel bewaard is gebleven.

Griezelen in het donker

‘Alles met “bunker” erin trekt’, verklaart Robert van Venetië de populariteit van de bunkerwandelingen, die sinds vier jaar enige tientallen keren per jaar gemiddeld vijftien tot twintig deelnemers trekken. ‘Romantiek, griezelen, het is donker. Dat leeft gewoon.’ De 59-jarige Hagenaar is de aangewezen persoon voor een rondleiding langs bunkers en andere stellingen in de stad. Zijn ouders maakten als pubers de oorlog mee en vertelden hem er zoveel over, dat een diepgaande interesse bij de zoon niet kon uitblijven. Van Venetië studeerde onder meer geschiedenis en naast bunkergids voor het Gilde, is hij begeleider van de fietstocht ‘Beleef 75 jaar vrijheid’ voor evenementenorganisatie Ga Den Haag.

‘Vrijheid’ is een sleutelbegrip tijdens de bunkerwandeling. ‘Dat we er maar hartstikke blij mee mogen zijn’, omschrijft Van Venetië de verworvenheid die soms al te makkelijk als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Hij staat op een heuveltje langs de Nieuwe Parklaan, dat naast een bankje, voorjaarsbegroeiing en zingende vogels geen opvallende kenmerken vertoont. Maar onder de oppervlakte ligt een omvangrijk manschappenverblijf, waar zestig tot tachtig Duitse soldaten dag en nacht paraat waren. Vlakbij is een villa gebouwd op de vier meter dikke muren (‘een dijk van een fundament’) van een opslagplaats voor munitie.

Birken Haarwasser

‘Wat mij raakt, is de tegenstelling tussen de schoonheid van de natuur en de rauwe werkelijkheid van het verhaal’, zegt Van Venetië. ‘Het is geen vrolijk verhaal.’ Zeker voor wie bedenkt dat ieder heuveltje in de nabijgelegen Nieuwe Scheveningse Bosjes een bunker verbergt. ‘Een stuk of dertig’, schat de gids, het onbekende aantal niet-gevonden bunkers buiten beschouwing latend.

Toch zegt hij ook: ‘Het is geen straf om hier te lopen.’ Daarvoor zijn de resten van deze recente geschiedenis te fascinerend. Zo haalt hij in een parkje in Benoordenhout een leeg flesje uit zijn rugzak. Hierin zat ‘Birken Haarwasser’, waarmee een anonieme SS’er in de bad- en douchebunker zijn toilet maakte. Ter plekke werd ook een ampul met gif aangetroffen – voor als het misliep.

Overigens is een waarschuwing op zijn plaats: slechts een paar van de bunkers zijn toegankelijk. En dat alleen op aanvraag, op beperkte tijden of tijdens speciale gelegenheden, zoals de Bunkerdag op 6 juni. Robert van Venetië begeleidt ook de (voorlopig afgelaste) speciale ‘Bezet, Verzet, Bevrijd’-wandelingen, die mogelijk later dit jaar kunnen plaatsvinden.

Tekst en foto: Matthijs Termeer

Meer info: gildedenhaag/stadswandeling/bunkerwandeling-20