‘Zegen, God, mijn kleine koe’

0
538

Keltische spiritualiteit wil Gods Geest zoeken in het leven van mensen, dieren en planten. De geloofsbeleving is down-to-earth; praktisch en eenvoudig, maar ook opbeurend en activerend.

Op het Schotse eiland Iona raakt de hemel de aarde. Rond 560 stichtte Columba er een klooster, dat een ankerpunt bleef van Keltische spiritualiteit — ook toen die officieel binnen de kerk niet meer zo gewaardeerd werd. Nog steeds is Iona een van de plekken waar die onderstroom van Keltische spiritualiteit aan de oppervlakte komt. Het is een onderstroom die op verschillende momenten en plekken opwelt. Ik noem er drie.

Pelagius

Wezenlijke kenmerken van Keltische spiritualiteit treffen we al aan in brieven van de vierde-eeuwse theoloog Pelagius. Hij hechtte meer waarde aan de gemeenschap dan aan het instituut van de kerk en vond het leven belangrijker dan de leer. Bijzonder is dat hij de wereld wilde zien als goede schepping: ‘De aanwezigheid van Gods Geest in alle levende wezens, is wat ze mooi maakt; en als we met Gods ogen kijken, is er niets op aarde dat lelijk is.’ Dat hij aan vrouwen de Schriften leerde lezen, riep weerstand op. Zijn overtuiging dat kinderen worden verwekt en geboren naar Gods beeld, leidde uiteindelijk tot de verkettering van zijn theologie. Het dwong Pelagius om vanuit Rome naar Ierland terug te keren. Hij zag zichzelf echter niet als de naïeveling die het kwaad en de zonde over het hoofd zag. Hij verzette zich wel tegen een erfzondeleer, die zegt dat mensen niet anders kunnen dan zondigen. Tegen deze hoofdstroom in zoekt de Keltische spiritualiteit tot op de dag van vandaag naar de ‘erfgenade’ van mens (man en vrouw) en wereld (natuur) als schepping van een goede God. Met de term ‘erfgenade’ drukte eerder al kerkvader Ireneüs van Lyon uit dat ook na de zondeval de scheppende liefde van God zichtbaar blijft in al het geschapene. Het geloof wil dat brandende kooltje weer aanblazen en die gloed oprakelen.

Carmina Gadelica

Een andere bron komt in de talloze stroompjes van de Carmina Gadelica aan de oppervlakte: een grote verzameling gaelic liederen, tussen 1860 en 1900 op de Hebriden (een eilandengroep in Schotland) door een rondtrekkende belastinginspecteur opgetekend. Niet alleen de taal en de wijze van chanting of de kenmerkende thematiek maakt deze liederen typisch Keltisch. Ze begeleiden het dagelijks leven en betrekken God bij de meest ordinaire handelingen. Teksten bij taken maken kennisoverdracht mogelijk – zo werkt een orale traditie. En dus zijn er chants en prayers voor bij het melken van koeien, bij het dichtdoen van luiken, bij de maaltijd en het vallen van de nacht – bij allerlei handelingen en momenten, bij ‘tijden en wijlen’. Opvallend zijn de vele zegenbeden of blessings. In het Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk is zo’n ontroerende zegebede uit de Carmina Gadelica opgenomen (p. 1525):

Zegen, God, mijn kleine koe,
zegen, God, mijn verlangen,
zegen ons samenleven, mijn koe en ik,
en de manier waarop ik haar melk.
Zegen, God, elke speen,
zegen iedere vinger,

iedere druppel die in mijn schaal valt.
Zegen, God, mijn kleine koe.

Iona Community

Toen de crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw voor velen in Glasgow bittere armoede bracht, begon dominee George McLeod met een project waarin arbeiders en jonge predikanten gingen samenwerken aan de herbouw van de Iona Abbey. Zo herrees het oude klooster op het eiland. En zo rees uit deze bouwgemeenschap de Iona Community, die inmiddels overal haar leden en vrienden heeft, ook in Nederland, ook in Den Haag. In haar liturgieën en liederen is die typisch Keltische spiritualiteit meteen herkenbaar. Dat geldt ook voor de voorschriften van de leefregel, die het bidden en werken van alledag heel concreet verbindt met de inzet voor de gemeenschap en de schepping (vrede en recht voor mens en natuur).

Op Iona werd ook ik geraakt door de schoonheid van het eiland, door de oude geschiedenis van deze welhaast tastbaar-heilige plek en door de hoopvolle spiritualiteit die hier zo helder opborrelt. Een spiritualiteit die Gods Geest wil zoeken in het leven van mensen, dieren en planten. Geraakt was ik eerder al door een geloofsbeleving die zo deemoedig down-to-earth blijft, praktisch en eenvoudig, maar ook opbeurend en activerend. Wie gelooft dat het licht van Gods liefde ons heeft doordrongen, gaat naar dat licht steeds op zoek: in de harten van mensen, in de schoonheid van de schepping. Sommigen zeggen dat Keltische spiritualiteit ten diepste Johanneïsche spiritualiteit is: ‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.’ (Johannes 1, 5)

Wie kennis wil maken met Iona kan zich inschrijven voor een week in de Iona Abbey, maar kan ook beginnen met een weekend van de Nederlandse Ionagroep (ionagroep.nl). Zingen is altijd een goed begin: de Iona Community heeft een bloeiende zangcultuur met prachtige liederen en aanstekelijke melodieën. Als kroongetuige van Keltische spiritualiteit klinken de laatste woorden van een vastberaden Maria in een innemend lied van John Bell, als ze zojuist de boodschap van de engel heeft gehoord: Tell God, I say yes; zeg maar tegen God dat ik het doe.

Tekst: Derk Stegeman, predikant en directeur van Stek