Op die dag dat het mag

1.

We zitten door een virus maanden aan ons huis gekluisterd,
verstoken van lichamelijk contact.
Weemoedig wordt er onder veel vriendinnen zacht gefluisterd
hoe hevig men naar een omhelzing snakt.
De overheid die legde ons als honden aan een ketting;
we mogen nergens zomaar gaan of staan.
Maar eens is er die dag dat wij niet vrezen voor besmetting,
dan spelen we weer vrolijk zwaan-kleef-aan.
Op die dag dat het mag.
Op die dag.
Want die dag dat het mag
is een prachtige dag,
dus ik lach op die dag
dat het mag.
Hijs de vlag.
Hijs de vlag op die dag
dat het mag.
Dan zien we ze massaal weer buiten!
Dan zien we ze massaal op straat:
de huidhongermeisjes,
de huidhongervrouwen,
de huidhongerdames,
de dag
dat het mag.
Op die dag dat het mag.
Op die dag dat het mag.

2.

Die dag ga ik in alle vroegte eerst eens naar de kapper
en doe wat aan dit lange, wilde haar,
vervolgens naar de sportschool, want mijn spieren worden slapper,
ook ben ik nou een tikkeltje te zwaar.
Ik dof mij op voor elke vrouw die brandend van verlangen
smeekt om twee zachte armen om haar heen,
een klopje op de schouder of een kneepje in de wangen;
ik laat haar geen seconde meer alleen.
Op die dag dat het mag.
Op die dag.
En ik lach op die dag,
sla mijn slag op die dag,
maak gewag van die dag
dat het mag
van ’t gezag.
Op die dag dat het mag
van ’t gezag.
Dan sta ik daar met open armen.
Dan sta ik klaar voor iedereen:
de huidhongermeisjes,
de huidhongervrouwen,
de huidhongerdames,
de dag
dat het mag.
Op die dag dat het mag.
Op die dag dat het mag.

3.

Ik stel mezelf beschikbaar voor de hunkerende deernen
die smachten naar een knuffel en een zoen.
Ik stel mezelf strategisch op bij kroegen en taveernen.
’t Is hard en zwaar, maar iemand moet het doen.
Die dag sta ik vol vuur naar een mooi maagdelijn te lonken
en zij komt op me af als ze me ziet
en zegt: “Als ik jou zie heb ik gegeten en gedronken;
zo hongerig ben ik nou ook weer niet!”
Op die dag dat het mag.
Op die dag.

Want het mag van de premier,
maar de meisjes zeggen ‘Nee’!