Raciaal geweld is niet alleen in de Verenigde Staten een groot probleem. Het speelt ook in Nederland, ook in Den Haag. De twintigjarige Amandla kan hier het nodige over vertellen.
Op 25 mei kwam in Minneapolis de Afro-Amerikaanse George Floyd om het leven door buitensporig hard optreden van de politie. Wereldwijd leidde dit tot een golf van protesten en demonstraties tegen raciaal (politie)geweld. Ook in Den Haag stroomde het Malieveld vol met verontwaardigde mensen die hun stem wilden laten horen.
We horen regelmatig dergelijke berichten uit de Verenigde Staten, maar hoe is de situatie in Den Haag? De twintigjarige Amandla en zijn moeder Mineke Kroes hebben hier slechte ervaringen mee. Amandla heeft van zijn vaders kant Afrikaanse en van zijn moeders kant Friese wortels. Hij volgt een sportopleiding en werkt daarnaast onder meer als personal trainer.
Hoe oud was je toen je voor het eerst met discriminatie te maken kreeg?
Amandla: ‘Het is eigenlijk al op de basisschool begonnen. Ik was hier in Den Haag een van de weinige donkere jongens van de klas. Ik ben in Amsterdam geboren en daar werd ik veel meer geaccepteerd. Mensen willen je soms op je huidskleur pakken. Ze proberen een bepaalde reactie bij je los te krijgen, je uit te dagen. Ik ben uitgescholden en geslagen en dat heeft hier in de buurt ook wel tot vechtpartijen geleid. Met als gevolg dat ik een tijdlang helemaal niet naar buiten wilde. Ik ging de straat vermijden. Ik werd er onzeker van en die spanning heb ik lang bij me gedragen. Die is pas sinds een jaar of twee weg, ook doordat ik nu meer vrienden heb met een Surinaamse en Antilliaanse achtergrond bij wie ik me thuis voel.’
Mineke: ‘Vanaf de eerste week dat we hier woonden, was het schrikken wat er gebeurde. Niet alleen op school, ook op straat en in het buurtcentrum. Het heeft ons jaren gekost om door te krijgen wat er nu precies aan de hand is. Wat er gebeurt, is dat mensen worden getaxeerd en ingedeeld in een bepaalde groep of categorie. We hebben gemerkt dat het zelfs uitmaakt in welk deel van een straat je woont, dát geeft je al een label.’
Heb jij ervaringen met het Haagse politiekorps?
Amandla: ‘Ik ben met regelmaat door hen gediscrimineerd, word op basis van mijn uiterlijk behandeld. Ze nemen een bepaalde houding aan, zijn soms direct agressief. Ik ben best vaak om de stomste redenen staande gehouden. Ik liep bijvoorbeeld met een kapotte scooter aan de hand een paar blokken verder naar iemand toe en op dat korte stukje ben ik tweemaal staande gehouden en moest mijn ID-bewijs laten zien. De tweede keer zei ik netjes dat hun collega’s dit net ook al hadden gevraagd, maar ze wilden het toch nog een keer controleren.’
Mineke: ‘Je vraagt je af waarom? Ik ben nog nooit zomaar naar mijn ID gevraagd.’
‘Er zijn ook echt goede politieagenten die heel relaxed zijn’, vervolgt Amandla, ‘die rustig blijven en me normaal aanspreken, zeker de wat oudere agenten. Het lijkt wel of juist de jongere agenten vaak opgefokt zijn en er een soort punt van maken mij op een bepaalde manier aan te spreken.’
Mineke: ‘Je wordt op voorhand als een verdachte behandeld.’
Amandla: ‘Ik heb het nooit echt gepikt dat ze zich autoritair gedroegen. Laatst fietste ik, midden in coronatijd, niemand op straat, terug van mijn werk naar huis. Ik reed op de Grote Marktstraat en er passeerde een ME-busje best wel dicht langs mij. Ik maakte een gebaar van: oppassen, jullie rijden mij bijna aan. Dat was genoeg om mij weer staande te houden. Ze wilden mijn legitimatiebewijs zien. Ik vroeg, gewoon netjes, waarom ik mijn legitimatiebewijs moest laten zien, terwijl zíj mij bijna aanreden. Tijdens die korte woordenwisseling omsingelden ze mij en pakten mijn pols vast, die ik weer terugtrok en voor ik het wist had ik handboeien om en werd ik tegen de grond gewerkt. Daarbij was er een oortje op straat gevallen. Ik vroeg aan een van hen of hij dat wilde oprapen, omdat die duur zijn, waarop hij brulde dat ik mijn muil moest houden en dat als ik niet zou oppassen, hij er nog overheen zou rijden. Ze leken me te provoceren om een bepaalde behandeling te kunnen toepassen. Daarna ben ik meegenomen naar het bureau, waar ik na tien minuten weer buiten stond. Wel met een boete voor het niet tonen van een ID-bewijs, al had ik nooit gezegd dat ik dat niet wilde doen; ik vroeg alleen maar waarom ze het wilden zien.’ Naar aanleiding van dit voorval heeft Amandla een klacht ingediend.
Wat doet zo’n gebeurtenis als met George Floyd jou?
Amandla: ‘Het gebeurt hier ook, het speelt al honderden jaren, in elk land.’ Hij aarzelt even: ‘Laat ik het zo zeggen, ik ben voorbij de boosheid. Ik ben ook niet verbaasd. Dat al deze demonstraties nu plaatsvinden, dáár ben ik verbaasd over, al denk ik zelf niet dat het veel zal helpen, ook al zal het wel iets wakker maken. Misschien zal er toch meer bewustwording komen.’
Tekst en foto: Jolly van der Velden