Sieuwert Haverhoek is gefascineerd door Tolstojs geloofsopvatting, die zei: ‘We weten niet waar we vandaan komen en waar we heengaan en dat noem ik God.’ Hij vertaalde zijn boek ‘Wat ik geloof.’
In zijn flat aan de Sportlaan tref ik een olijk ogende Sieuwert Haverhoek. Deze ingenieur (die zich tijdens zijn werkzame leven bij Shell bezighield met duurzaam ondernemen) vertaalde Tolstojs boek ‘Wat ik geloof’ in het Nederlands. In april verschijnt het.
Sieuwerts ogen glinsteren en worden benadrukt door een opvallend gekleurde bril. Hij blijkt figuurlijk gesproken niet door een gekleurde bril te kijken, want hij noemt zichzelf een zinzoeker die de vragen belangrijker vindt dan de antwoorden. En dat begon al jong.
Met een brede glimlach typeert hij zichzelf: ‘Ik ben van jongs af aan een gelovig ventje geweest. Vanaf mijn jeugd ben ik gefascineerd door het begrip het Koninkrijk Gods uit de Bergrede. Het betekent vrede, liefde en gerechtigheid, maar is ook aards en praktisch: niet kwaad worden, trouw zijn, niet oordelen, geen geweld gebruiken. Dit is een rode draad in mijn leven geworden.’ Hoe komt het dat een 16-jarige jongen zich met dit soort grote begrippen bezighoudt? Daar heeft hij in eerste instantie geen verklaring voor. ‘Wij gingen vroeger thuis wel naar de kerk, maar het geloof speelde geen grote rol.’ Later in het gesprek zegt hij: ‘Ik zie het als een vingerwijzing van God.’
Hier en nu
‘De kerk heeft ons altijd aan het lijntje gehouden door te zeggen dat we door dit aardse tranendal heen moeten. Als we maar naar de kerk blijven gaan en onze gaven doneren is er het wenkende perspectief van de hemel. Jezus houdt ons in de Bergrede echter praktische leefregels voor die slaan op het leven hier en nu. Dus maak je geen zorgen over wat er na dit leven komt. Tolstoj formuleerde dat zo: we weten niet waar we vandaan komen en waar we heengaan en dat noem ik God.’
Na zijn pensionering kreeg Sieuwert het boek Het Koninkrijk Gods is binnen in u van Tolstoj in handen. ‘De titel zegt het al: ieder mens leeft doordat de geest van God hem ingeademd is. God is in ons aanwezig en als God licht is, dan zijn wij geroepen om licht te verspreiden. Ik denk dat ieder mens deze roeping heeft en dat het de kunst is te ont-dekken wat jouw talent, jouw taak of missie hierin is.
Tolstoj ageerde tegen het wij-zij-denken. En dat denken in wij/zij gebeurt nu nog, ook tussen de verschillende wereldreligies en christelijke kerken. Hij ageerde verder tegen de opvatting van sommige kerken dat zij de enige, ware leer in handen hebben. Mijn missie is geslaagd als we het wij/zij-denken kunnen doorbreken en als mensen en instituties kunnen en durven erkennen dat niemand de exclusieve waarheid bezit.’
Gemis
Sieuwert is lid van de evangelische gemeente Morgenstond Scheveningen, waar hij ook een aantal jaren heeft gepreekt. In toenemende mate wringt dat vanwege verschillen in Godsbeeld en opvattingen. Maar hij is er nog steeds actief, hoe zit dat? ‘Ik heb het belang van gemeenschapszin gezien bij mijn moeder toen mijn vader was overleden. Mijn ouders zijn op latere leeftijd uit de kerk gestapt, hoewel zij nog steeds in God geloofden. Maar toen mijn moeder alleen achterbleef en oud werd, was het ook een gemis. Deel uitmaken van een gemeenschap is belangrijk.’
Hij blijft blijmoedig het gesprek aangaan in zijn eigen gemeenschap. Zo heeft hij daar een oproep geplaatst, waarin hij gemeenteleden vraagt om samen met hem aan de hand van Tolstojs gedachtengoed de leer van Jezus opnieuw te doordenken.
Tekst: Greet Kappers