In een hofjeswoning in het Bezuidenhout woont zuster Emmanuelle. Ze is als non verbonden aan de internationale Communiteit van Jeruzalem en gaat ter kerke in de Engelstalige Church of Our Saviour. Weinig merkwaardigs aan. Maar wie haar hoort vertellen over haar fietsreis naar het Heilige Land, enkele jaren terug, kan zich alleen maar verbazen.
Geen vliegmachine
Twaalf landkaarten, een goede fiets, vier maanden vrij en tien kilo bagage: dat heb je, afgaande op haar reis, nodig om Jeruzalem te bereiken. En natuurlijk wat bewegingsoefeningen vooraf. ‘Na een rondje Loosduinen vond ik dat ik wel genoeg getraind had om in Jeruzalem aan te komen.’
Sommige vrienden wezen de zuster de weg naar een psychiatrische inrichting toen zij – een vrouw op leeftijd – bekendmaakte op een stalen ros 3.500 kilometer te willen afleggen. ‘In een vliegmachine ervaar je niet hoe het is om volledig afhankelijk te zijn van de goedheid van de mens.’ Zonder onderdak te regelen of routes uit te stippelen vertrok zij.
Eenzaam, nooit alleen
‘Ik begon mijn dag vaak rond vijf uur om de verzengende hitte voor te zijn. De schoonheid waarmee Gods majesteit zo vroeg in de natuur ontluikt, ontroerde mij. Ik kreeg de Zwitserse Alpen als decor voor een zangspel waarin vogels en andere dieren mij de mooiste symfonieën lieten horen. Ik voelde mij dankbaar. Soms maakte die grootsheid mij zo nietig, dat ik eenzaamheid voelde.’
Eenzaam, maar nooit alleen. ‘Aan gesprekken met voorbijgangers geen gebrek. “Bent u alleen?”, vroegen ze dan. Nee hoor, bekende ik altijd. Want ik voelde mij door de Allerhoogste gedragen en door een schare engelen beschermd. En de parochianen die voor mij baden, gaven mij vleugels.
Ik geloof in de betekenis van mijn naam: “God is met ons”.’
Motorpunker
‘De waardevolste ervaringen beleefde ik vaak met alternatief ogende figuren. Ik stapte een café binnen, bestelde een koffie en ging naar het toilet. Aan de bar zat een motorpunker met ijzers in z’n neus, rood haar en veel blingbling om zijn hals. Toen ik wilde afrekenen, bleek hij al voor mij betaald te hebben. Ik ontmoette ook zwervers, illegalen en prostituees die mij alles aanboden wat ze bezaten: oprechte belangstelling, medeleven of een croissantje.’
Vooral wanneer het even tegenzat, waren zulke ontmoetingen soms zelfs wonderbaarlijk. ‘Toevallig kreeg ik mijn lekke banden nooit in een bos, maar altijd op christelijke plaatsen, waar iemand mijn band gratis wilde plakken. Voor een fietsenwinkel, bijvoorbeeld.
Het grootste wonder gebeurde toen ik voor een lange, donkere tunnel stond. Ik was als de dood, maar moest er toch doorheen. God sta mij bij, dacht ik. Voordat ik ging, draaide ik mij nog even om. Uit het niets verschenen twee wielrenners. “Fietst u maar in ons midden, mevrouw, en maakt u zich vooral niet ongerust”, zeiden ze. Ze spraken wel heel krom Italiaans. Het bleken Nederlanders.’
Wonderen zijn helemaal niet zo bovennatuurlijk als we vaak denken, leerde de zuster. ‘God maakt ze mogelijk, mensen maken ze waar.’
Eureka
Hoe vond Emmanuelle gastvrijheid voor de nacht? Meestal klopte ze aan bij parochies en kloosters. ‘Met wisselend succes’, lacht ze. ‘Ik kwam aan in een Grieks gehucht en vroeg waar de priester van het hermetisch afgesloten dorpskerkje was. De man baadde net in zee. Toen hij een uur later arriveerde, stelde ik mij voor en vroeg om een beschut plekje. “Hier is niks”, knorde de priester, “maar zestien kilometer verderop wel.” Ik was doodmoe en vertikte het mij te verroeren. Hij moest en zou mij helpen. Maar een non-met-fiets-richting-Israël hospiteren? Nee, dat was een brug te ver. Hij begon onrustig op z’n linker en rechterbeen te hinken. “Wilt u in de kerk slapen?”, vroeg hij uiteindelijk. Eureka, ik was gered.
Een pastoor uit Luxemburg, le père René, was een echte gentleman. Hij betaalde mijn hotelkamer en deed alsof dat de gewoonste zaak ter wereld was. Ik overnachtte ook vaak in ziekenhuizen en soms, als ik echt niks kon vinden, op het politiebureau.’
Ontbijtje met de paus
Drieënhalve maand later vond ze haar bestemming en een nieuwe levensles. ‘Vooral de verschoppelingen van onze samenleving, hebben mij nieuwe gezichten van God laten zien. Ze hebben mij iets nieuws geleerd over mijzelf en de mensheid. Zo werkt verlossing.
Dan nog iets. Sommigen zoeken hulp bij een psycholoog. Ik ben ervan overtuigd dat ook een pelgrimstocht hen beter kan maken. Want liefde werkt genezend en pelgrims geven haar door.’
Zuster Emmanuelle werd gesponsord door parochieleden en bedrijven ten behoeve van een kapel in de Bezuidenhoutse kerk waar nu eucharistievieringen, stiltemeditaties en doopvieringen worden gehouden.
Haar volgende pelgrimage? ‘Ik droom van een ontbijtje met paus Franciscus.’