‘Onbekende gaf me honderd euro’

0
876

Zijn we niet allemaal pelgrims? Wat maken we mee op reis? 

In de zomer trekken tal van Hagenaars de wandelschoenen aan, op zoek naar ervaringen die figuurlijk verder weg liggen, die je niet gauw tegenkomt op het pad van de alledaagse beslommeringen. Wat beweegt hen?

Wonderbaarlijke omweg
Zuster Juliet is lid van de Missiezusters Dienaressen van de H. Geest. Ze is verbonden aan de Haagse Internationale Religieuze Communiteit en woont met andere religieuzen in een huis bij de Marthakerk (Schilderswijk). Dit voorjaar werd ze uitgenodigd om naar Medjugorje te komen, een bedevaartsoord in Bosnië. De reissom en haar visum verkreeg ze via een wonderbaarlijke omweg: ‘Als Maria iets wil…’, vertelt ze. En dus ging ze.
Mateo reisde met een gezelschap, eerst per trein naar Helmond, daarna met de bus. Onderweg sliepen ze in hotels. ‘Samen zingen, lekker eten, zo gezellig!’

Medjugorje staat bekend om de vele Mariaverschijningen die sinds 1981 plaatsvinden. Nu nog steeds. De Filippijnse zuster heeft het zelf ervaren: ‘Ik stond bij een Mariabeeld, en vroeg haar: wat moet ik doen? Ze zei: pak een steen! Er lagen er honderden. Ik pakte er eentje.’ Dit herhaalde zich. Toen Juliet Mateo naderhand de twee steentjes goed bekeek, herkende ze in de ene duidelijk de contouren van Maria. In de andere zat de vorm van een hart. ‘Ik houd van Maria. En ik ben een vrouw van het hart. Het is mijn dagelijks werk: mensen helpen, vanuit mijn hart. Vanuit liefde. Deze stenen zijn een bevestiging voor me.’

Zuster Juliet straalt. En ze vertelt van de berg die alle pelgrims beklommen. ‘Een hoge berg met op de top weer een beeld van Maria. Het pad lag vol ruwe stenen. Sommigen liepen blootvoets, maar hadden nergens last van. Ikzelf werd helemaal niet moe van het klimmen. Maria helpt!’

Contouren bij het zwembad
‘Ik zie het hele leven als een pelgrimstocht’, vertelt Eliot Groeninx van Zoelen. ‘Ik geloof dat we een aangeboren drang tot godsdienst hebben. M’n leven lang ben ik al bezig met “zoeken naar, omarmen van, meer begrijpen van”. Geloven is een werkwoord. Al doende heb ik ontdekt dat God een liefhebbende God is.’

Groeninx maakte ook echte pelgrimstochten. Naar Lourdes als vrijwilliger met gehandicapten, naar Banneux in België. Maar één pelgrimage versloeg alles: ‘Ik was vreselijk verliefd op een vrouw, en stelde voor om samen met vakantie te gaan. Ik verheugde me erop haar contouren te aanschouwen bij het zwembad. Ze wilde wel met me op pad, maar dan lopend naar Santiago de Compostela. Het gevolg: ik heb haar vooral gezien in een wijde regenponcho.’
Maar de tocht was geweldig. ‘Te voet heb je de beste gesprekken. Je loopt naast de ander, je hoeft elkaar niet aan te kijken, op het ritme van het lopen orden je je gedachten en luister je intensiever. Je praat niet in een welles-nietes-sfeer.

Het trefwoord is ‘delen’: je geeft aan wildvreemden je overtollige blarenpleisters, boeren leggen druiven langs de kant van de weg voor de pelgrims, je deelt verhalen. Ook heb ik enorm genoten van de natuur. Je zintuigen werken op volle toeren. Je ruikt het bos, of de schone was in een dorpje.
Wat ook bijzonder was: in Santiago troffen we mensen die we onderweg al eens waren tegengekomen. Allemaal stralende gezichten.
Het mooiste van de reis was uiteindelijk dat mijn reisgezellin zei dat ze haar leven met mij wilde delen. Ze is nu mijn vrouw.’

Geen hordes toeristen
Ieder jaar gaat Tomas van Driel een dag op en neer naar Kevelaer, een bedevaartsplaats net over de grens in Duitsland. Hij is er nu acht keer geweest. ‘Ik doe dat per bus, met een groep van de Haagse Bedevaarten. Zingend en biddend rijden we ernaartoe.’

Het pelgrimsoord is ontstaan rond een eenvoudige afbeelding van Maria als ‘troosteres van bedroefden’. Van Driel waardeert er de rust: ‘Het is niet groot, er komen geen hordes bezoekers of toeristen.’
De dag bestaat uit een overweging langs de kruiswegstaties in een mooi park, daarna een eucharistieviering en als afsluiting een plechtig lof met sacramentsprocessie in de basiliek.

‘Je komt er met je rugzakje vol fijne en verdrietige dingen. Dat pak je uit en leg je voor aan Maria. Thuis kun je dat ook wel doen, maar deze locatie geeft een extra dimensie. Het is een plek waar je anders niet komt, en waar al zo lang zoveel mensen hun leven bij God en Maria hebben neergelegd. Bijzonder is dat ik weet dat je gehoord wordt. Gehoord en vèrhoord, dat heb ik gemerkt door dingen die ik naderhand heb meegemaakt.’

Van Driel pelgrimeert ook jaarlijks naar Amsterdam en combineert zijn vakanties met een bezoek aan plekken waar heiligen begraven liggen, of waar Maria vereerd wordt. Hij geniet bij al zijn pelgrimstochten van de gezamenlijkheid: ‘Met een groep ergens zijn is ook gewoon gezellig. Je hebt mooie gesprekken en je eet met elkaar. Samen een goede maaltijd gebruiken is een wezenlijk onderdeel van het pelgrimeren.’

Snurkende zwervers
‘Voor mij is een pelgrim iemand die de weg van God gaat en alles achterlaat.’
Dat zegt Lex Nennie, die liftend naar Medjugorje in Bosnië ging. Hij deed dat zoals Franciscus van Assisi: zonder geld of extra kleding, ‘om zich toe te wijden aan het hart van Jezus en Maria’. Sindsdien maakt hij ieder jaar een pelgrimstocht.

‘Ik zoek God en daarom vraag ik onderweg nooit om geld. Maar soms bieden mensen het me aan. Toen ik eens bijna zonder geld zat en ik aan het bidden was, kwam er een oude man naast me zitten die een gesprek begon. Hij gaf me vervolgens zomaar een tientje. Ik had nog 3 euro. Toen ik eten kocht bleek het bij de kassa precies € 12,99 te kosten.
God is een Vader, die alles geeft wat ik nodig heb, maar die ook humor heeft. Een vrouw gaf me 100 euro. Ik dacht (heel werelds): nou, daar kan ik het een paar dagen mee uitzingen. Maar het goedkope hotel was vol. Ik vond alleen nog een kamer voor 75 euro. Na nog een goede maaltijd was het geld op.’

Ook sliep Nennie in Assisi eens in een armenhuis, vol stinkende en snurkende zwervers. ‘Ik vroeg God om een goede nachtrust. Ik heb er geslapen als een zonnetje! Jezus wil je de gave van de zorgeloosheid geven. Naïef? Hoe armer je bent, hoe geestelijk rijker je kunt worden.’
Over pelgrimeren zegt Nennie: ‘Het gaat niet om het aantal kilometers, het gaat om de weg van het hoofd naar het hart, daar waar God woont.’

Op de afbeelding: bedevaartsoord Medjugorje in Bosnië.