Het is een grote kunst om jezelf in dit moderne leven niet voorbij te rennen. Ook voor studenten en ‘young professionals’, bleek dit voorjaar tijdens de discussieavond ‘Werk je kapot?!’ van de Haagse pionierskerk LUX. Wat is er intussen veranderd door het coronavirus?
Even terug in de tijd: maart 2020. ‘Het ergste is deze’, zegt Rik Zwalua en hij laat zijn smartphone met een lichte plof op tafel neerkomen. ‘Die doet het meeste kwaad. Zit ik met dat ding in mijn handen, ook thuis bij mijn vrouw op de bank. Het is afgod nummer één, wat mij betreft.’ De 29-jarige voorman van pioniersplek LUX zit achter een biertje in grand café Utopie, na afloop van ‘Werk je kapot?!’ De bomvolle discussieavond over prestatiedruk onder studenten en ‘young professionals’ is een van de activiteiten van LUX, dat dan een jaar bestaat.
Fear of missing out, FOMO
Bijna de hele avond hebben psycholoog, trainer en schrijver Thijs Launspach en psycholoog en stress- en burn-outcoach Tineke Wuister de gevaren geschetst van stress en prestatiedruk. Jonge mensen hebben daar in deze tijd meer last van dan eerdere generaties; het is dan ook een thema waar pioniersplek LUX regelmatig mee te maken krijgt. Het ‘pionieren’ van LUX is volgens Zwalua ‘een nieuwe vorm van kerk-zijn’, met financiële steun van de Protestantse Kerk Nederland. ‘We bouwen aan een community van twintigers en dertigers, die samen zoeken naar een betekenisvol leven en rust en stilte.’ Het is geen eenvoudig streven in deze tijd van permanente technologische prikkels, toenemende werkdruk en alomtegenwoordige stress.
Dat is vanavond eens te meer gebleken. ‘We hebben een probleem’, aldus Launspach, auteur van het boek Fokking druk. ‘We zijn het normaal gaan vinden dat een significant deel van de mensheid last heeft van stress.’ Stress is in essentie goed voor je, stelt de psycholoog. Het is de ‘gevaarstand’, waardoor onze voorouders levensbedreigende situaties konden overleven. Maar er is alleen met stress te leven wanneer je zeer regelmatig rust neemt. En daar schort het aan. Neem het fenomeen ‘FOMO’(‘fear of missing out’), oftewel de angst iets te missen of niet genoeg mee te maken. Zelf ging Thijs Launspach, gemotiveerd door deze dwang, eens vijf feestjes op een avond af. Hij maakte eigenlijk niets mee, maar regende wel drie keer nat. Maar de ‘norm’ schrijft nu eenmaal voor om vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week gelukkig, sociaal, fit, aantrekkelijk, gezond en succesvol te zijn. En dus blijven ‘we’ maar rondrennen.
Knipperende dashboardlampjes
Volgens Tineke Wuister is een burn-out best te voorkomen, al hebben jonge mensen er steeds vaker onder te lijden. Het is een kwestie van tijdig op de ‘knipperende dashboardlampjes’ reageren. ‘Maak slimme keuzes in je agenda’, raadt de stress- en burn-outcoach aan. Het is belangrijk om voldoende rust te nemen en te zorgen voor herstelmomenten. ‘Ga wandelen na een tentamen. Dat geeft je lucht en ruimte, als je het heel bewust doet.’ En ten slotte: durf te falen. ‘Van je fouten leer je het meest. Als we falen zien als leren, wordt het een heel ander plaatje. Ontzeg jezelf geen leermomenten.’
Perry den Besten (22), bestuurslid van de Haagsche Studenten Vereeniging, herkent de problemen die vanavond aan de orde zijn gekomen. Perry heeft een periode achter de rug waarin hij naar eigen zeggen ‘niet goed genoeg gefunctioneerd heeft’. Hij liep een paar gekneusde ribben op, was net begonnen met de bestuursfunctie en een bijbaantje achter de bar en het raakte uit met zijn vriendin. Het was te veel ineens en Perry merkte dat zijn studie eronder leed. Nu doet hij het anders. ‘Ik probeer bewust bezig te zijn met de dingen die ik wil doen en die voor mij persoonlijk belangrijk zijn.’ Voetballen en de sportschool bezoeken bijvoorbeeld, met als bijkomend voordeel dat hij productiever is bij zijn studie Industrieel Product Ontwerpen. Wel is Perry bang om door tijdgebrek niet alles af te krijgen. ‘Ik ga nog steady, maar ik ga waarschijnlijk wel drie maanden studievertraging oplopen.’
Josefien Swennenhuis (21) studeert Internationale Betrekkingen en wil als opiniemaker ‘de nieuwe Lubach’ worden. Ze zit in het bestuur van de Haagse Studenten Roeivereniging Pelargos en zegt: ‘Je ervaart constant druk om meer te doen.’ Josefien vergelijkt haar eigen prestaties voortdurend met die van degenen die vijf talen spreken, een ‘traineeship’ bij het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben of voor een krant schrijven. De lat ligt hoog. ‘Én goede cijfers, én een vette stage, én een bestuursfunctie én uitwisseling naar het buitenland.’ Het is een beetje veel, geeft ze toe. De weekplanning zit boordevol. Maar ook stress kun je relativeren, vindt Josefien. ‘Ik ken huismoeders die het drukker hebben.’
Echt contact
Ruim vier maanden later zit Rik Zwalua op een terrasje, dat opvallend vol is voor een maandagmiddag. ‘Corona’ openbaart zich hier in de anderhalve meter die de zitjes uit elkaar staan.
‘We kunnen onze agenda wel volplannen, maar corona blaast hem leeg’, peinst Zwalua. Net als zo’n beetje heel kantoorwerkend Nederland stapte hij, beleidsmedewerker bij de Haagse Hogeschool, over op thuiswerken en ‘digitaal’. Dat is hem niet in de koude kleren gaan zitten. ‘Ik denk niet dat onze relaties er beter van worden.’
Ga maar na: omdat Zwalua thuis werkt, lopen werk en privé voortdurend door elkaar heen. Pauzes zijn minder makkelijk af te bakenen dan op een ‘normale’ werkplek, maar tegelijkertijd moet de gewerkte tijd efficiënter ingedeeld worden. Wanneer je een collega of ander contact niet regelmatig ontmoet, dreigt immers het gevaar dat een telefoongesprek langer duurt dan noodzakelijk. ‘Ik plan zelfs het bellen van een collega. Dat is niet per se meer ontspannen.’
De behoefte aan ontmoeting blijft, al is het maar bij de koffieautomaat. Daar kan geen enkel digitaal medium tegenop, heeft Zwalua gemerkt. Voor LUX geldt dat zo mogelijk nog meer: de maandelijkse maaltijd, de borrel, de boekenclub – het kan stomweg niet via de computer of telefoon. ‘Het draait om echt contact, echte ontmoetingen, echte inhoud.’
Tekst en foto: Matthijs Termeer