
Het donker roept vaak angst op. In de duisternis kunnen we vervreemd raken van onze vertrouwde wereld, van de beelden over onszelf. Dat maakt angstig en eenzaam. Toch kan het heilzaam zijn om de duisternis te omarmen. Zoals ook de mysticus Johannes van het Kruis dat deed.
In donkere tijden hebben we behoefte aan een betrouwbare gids. Nu Kerstmis nadert in coronatijd weten we niet hoe we deze dagen moeten invullen. Graag willen we de kerstdagen markeren door gastvrijheid en vriendschap. Maar duistere wolken pakken zich samen boven het Kerstfeest en ze lijken ons te belemmeren om dit feest te vieren zoals wij dat het liefst zouden doen.
Eenzame opsluiting
Die donkere nacht kan echter ook heilzaam zijn. Wie met Johannes van het Kruis (1542-1591) de donkere nacht betreedt, komt tot verrassende ontdekkingen. Deze begaafde jongeman van eenvoudige komaf, is door zijn hervorming van de kloosterorde terechtgekomen in een complex van tegenstand en intriges. Hij wordt door zijn medebroeders opgesloten en verblijft meer dan negen maanden in eenzame opsluiting in een donkere cel. Uiteindelijk weet hij met hulp van een welgezinde broeder te ontsnappen.
Maar de ontwikkeling van zijn innerlijke transformatie is dan al lang in gang gezet en is niet meer te stoppen. In de duistere eenzaamheid ontwaart hij een Licht dat hem de Liefde openbaart. Hij ontdekt zijn Geliefde die hem nooit in de steek heeft gelaten. Juist in de duisternis ontdekt Johannes de eenheid met deze Geliefde. Zij zijn niet meer te scheiden.
Het duister is pijnlijk en vervreemdend, omdat we de vertrouwde wereld achter ons moeten laten. In de zichtbare wereld van het alledaagse licht, zijn de zintuigen onze betrouwbare gidsen die ons in contact brengen met alles wat ons dierbaar is. Maar in de duisternis valt alles weg. Er wordt een aanwezigheid ervaarbaar die in de tastbare wereld niet kan worden waargenomen. Sterker: onze zintuigen zitten die geestelijke waarneming in de weg. Door onze zintuigen creëren we voorstellingen en beelden die we verwarren met de geestelijke werkelijkheid.
Glimp
In de duisternis raken we vervreemd van die vertrouwde wereld. We raken zelfs vervreemd van de beelden over onszelf. Dat maakt angstig en eenzaam. De mens kan daarvoor terugschrikken, zoals je liever in het licht gaat staan dan in de duisternis. Toch kan de duisternis wonderlijk uitnodigend zijn door de weidsheid en het gevoel van oneindigheid dat ontstaat.
In die ruimte van de leegte voelt de ziel zich gezien, aanschouwd. Dit aanschouwen is een beweging van de Liefde, die de ziel tegemoetkomt op de duistere weg van de oneindigheid. Totdat de ziel de eenheid met de Geliefde ervaart: ‘maar wij keken niet naar elkaar, want ik was Hem en Hij was mij.’
Het kan dus uitdagend zijn om in deze kersttijd, het feest van Licht, juist de duisternis te omarmen en de ruimte te laten ontstaan voor de eeuwigheid. Bij Gods incarnatie [God werd mens in Jezus Christus, red.] breekt de eeuwigheid in onze tijdelijkheid in. Dat herinnert ons aan het Licht dat ontstoken wordt. Als we diepe duisternis ervaren, ontdekken we de grootsheid van het geschenk van het Licht. Als Johannes van het Kruis onze gids is in deze duistere periode, kunnen we wellicht een glimp opvangen van de Geliefde die ons tegemoetkomt.
Ad van der Helm, vicaris van parochie Maria Sterre der Zee
Johannes van het Kruis (1542-1591) is een van de belangrijkste mystici van de katholieke kerk. Lijden was voor hem een belangrijk gegeven: door een slechte gezondheid kende hij ook in zijn eigen leven veel pijn. Centraal in zijn spiritualiteit staat het streven naar de mystieke vereniging met Jezus de Gekruisigde, die hij in zijn geschriften en gedichten ‘De Geliefde’ noemt. Het begrip ‘mystiek’ komt van het Griekse mysticos, dat ‘geheimzinnig’ betekent; het gaat over het hartstochtelijk streven van de menselijke ziel naar een persoonlijke vereniging met God.