In maart mogen we naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Kerk in Den Haag legt acht verkiezingsprogramma’s langs een eeuwenoude meetlat: de rooms-katholieke Zeven Werken van Barmhartigheid. Dat zijn: het spijzigen van hongerigen, laven van dorstigen, kleden van naakten, herbergen van vreemdelingen, verzorgen van zieken, bezoeken van gevangenen en het begraven van de doden.
Er valt op 17 maart 2021 weer wat te kiezen, maar welke partij sluit het best bij je aan? Daarvoor zijn allerlei hulpmiddelen, zoals stemwijzers op internet. Wij haalden er eentje van honderden jaren oud tevoorschijn, om te zien of die de zwevende christelijke kiezers een handje zou kunnen helpen.
Kans voor verandering
Vertaald naar het heden zijn de Werken van Barmhartigheid samen te vatten als beleid voor armen, daklozen, vluchtelingen, het gebruik van strafrecht als repressie, gezondheidszorg en discussies over het levenseinde. Al die thema’s komen in meer of mindere mate terug in de partijprogramma’s, voor zover die beschikbaar waren bij het ter perse gaan van dit nummer.
Hoe belangrijk barmhartigheid in de 21e eeuw is, blijkt uit de gekozen titels: Zorg voor elkaar (CDA), Voor een eerlijker en fatsoenlijker Nederland (PvdA) en Laat iedereen vrij, maar niemand vallen (D66). Maar partijen zien de huidige coronacrisis ook als een soort breukvlak in de tijd, een kans voor verandering: Samen aan de slag. Nieuwe keuzes voor een nieuwe tijd (VVD) en Tijd voor nieuw realisme (GroenLinks).
Trofee
Er is één partij waar de middeleeuwse uitgangspunten bijna letterlijk in het verkiezingsprogramma staan. In het hoofdstuk over ontwikkelingssamenwerking schrijft de SGP: ‘De overheid moet de naaste dienen (Psalm 2:10). Bij geestelijke toewijding hoort: recht doen aan onderdrukten, brood delen met hongerigen, naakten kleden en ontheemden een thuis bieden (Jesaja 58).’
Maar het zou wel erg makkelijk en te kort door de bocht zijn om de SGP met het programma In vertrouwen als winnaar van de Barmhartigheidstrofee uit te roepen. Ook de VVD wil immers een ‘goed vangnet voor iedereen’ en gunt mensen die diep in de schulden zitten een adempauze. Al blijft de liberale visie dat men ‘zo snel mogelijk op eigen benen moet staan’, terwijl de SGP de overheid ziet als ‘schild voor de zwakkeren’.
Alle partijen hebben oog voor mensen die in de verdrukking zijn gekomen. Het CDA wil het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in vier jaar halveren, DENK stelt voor om deze kinderen gratis fietsen te geven en ook de PvdA trekt extra geld uit om het probleem op te lossen. Verder is het huisvesten van daklozen voor bijna alle partijen wel een actiepunt. De Partij voor de Dieren pleit daarenboven voor meer stalruimte voor kalfjes en lammetjes.
Drugs- en telefoonhond
Bij het ‘herbergen van vreemdelingen’ lopen de opvattingen weer uiteen. De VVD bepleit een strenge aanpak: het bewaken van de buitengrenzen en opvang in veilige landen. D66 wil bed-bad-broodvoorzieningen in gemeenten, de PvdA vindt dat er plek moet zijn voor mensen uit oorlogsgebieden. De SGP vraagt aandacht voor vervolgde christenen.
Op het punt van het ‘verzorgen van zieken’ vinden alle partijen elkaar weer. Dat is dus lastig kiezen. Een betere ondersteuning van mantelzorgers wordt algemeen gedeeld. 50PLUS wil ouderen die eenzaam zijn een tablet geven en computerles. Bij ‘bezoek aan gevangenen’ krijgen die van de VVD visite van een drugs- en telefoonhond, om te kijken of ze de spullen niet in de cel hebben verstopt.
Resomeren
Het zevende Werk van Barmhartigheid, het begraven van de doden, is in de letterlijke betekenis slechts in één programma terug te vinden. Natuurlijk zijn er bij alle partijen opvattingen over euthanasie en voltooid leven. Eenzaamheid onder ouderen wordt, van links tot rechts, als een groot maatschappelijk probleem gezien. Maar alleen de SGP maakt een punt van de laatste rustplaats: geen erkenning van resomeren en andere vormen van chemische vernietiging van lichamen. ‘Begraven getuigt van de hoop op eeuwig leven.’
Een passende afsluiting voor dit onderzoek met de meetlat van de Barmhartigheid. De conclusie is in elk geval dat er geen winnaars of verliezers zijn. Verder zijn veel programma’s nog net zo dik en lastig te lezen als vier jaar geleden. 50PLUS had met 22 pagina’s het dunste programma; D66 met 208 pagina’s het dikste! Twee partijen slaagde erin hun namen te verwerken in de titel: De kracht van PLUS en Denkend aan Nederland, met dank aan Hendrik Marsman.
Hans Hemmes