In de Paasweek komt het allemaal aan bod: pijn, verdriet, verraad. Het kan zinvol en bevrijdend zijn om daarbij stil te staan. Juist om nieuwe kracht te vinden.
‘Waarom hangt hier toch in elke ziekenzaal zo’n kruis met die lijdende Christus eraan?’ Elizabeth Costello is een succesvol auteur uit Australië en bezoekt in de gelijknamige roman van John Coetzee haar zus in Zuid-Afrika. Haar zus Blanche werkt ten tijde van de aidsepidemie als verpleegkundige onder de meest barre omstandigheden in Zoeloeland. Ze zijn uit elkaar gegroeid, zo blijkt. Ze leven in parallelle werkelijkheden. Elizabeth spreekt voortdurend voor volle zalen en wordt geëerd bij grote signeersessies. Blanche is een non geworden tussen de reddelozen. Elizabeth doet haar uiterste best haar zuster te begrijpen door met haar mee te gaan de krottenwijken in. Zo gaat ze op zondagochtend ook mee naar een mis. Ze ziet een priester voor een altaar knielen waarop het hoofd van een gekwelde Christus is te zien. Het wordt Elizabeth allemaal te veel. Ze wordt onwel en valt bijna flauw. Is het de warmte of zijn het de beelden zoals ze die ook al zag in al die ziekenzalen? Als ze is bijgekomen zegt haar zuster: ‘Denk eraan dat het hun evangelie is, hun Christus. (…) Ze willen geen marmeren standbeelden. Ze willen iemand die lijdt, zoals zij. Met hen en vóór hen.’ Blanche omhelst haar zuster. Elizabeth wordt geraakt. Het laat haar niet meer los.
Weglopen
Misschien is dat wel waarom de Paasweek velen zo nabijkomt. Al die dingen waar wij het liefst voor weglopen, komen op tafel: verraad, verloochening, eenzaamheid, pijn en verdriet. Elk mens kent het. Maar hoe ingewikkeld is het om het beest in de bek te kijken, zoals filosoof René Gude het kort voor zijn dood noemde. We stoppen het liever weg en slikken het in. Want ‘gelukkig leven’ is de norm, zo lijkt het. Alles wat daar niet aan voldoet, daar schamen we ons voor.
Maar ook juist deze tijd van crisis heeft ons laten zien dat er zomaar iets kan gebeuren wat niet past in het ‘gelukkige’ plaatje dat wij elkaar de laatste decennia hebben opgedrongen. Het leven blijkt niet maakbaar, maar is vol kreukels, stukken en brokken. Hoe zinvol en bevrijdend kan het zijn, daar eens bij stil te staan. Niet om jezelf in de put te praten, maar juist om uit die confrontatie met de kwetsbaarheid van het leven nieuwe kracht te vinden. Het onder ogen zien van de gebrokenheid van je eigen bestaan en dat van de wereld, kon ons nog weleens bevrijden van de ongebroken mal waarin wij allemaal zouden moeten passen. De Paasweek is bij uitstek een week om daarbij stil te staan. In het lijdensverhaal van Jezus komen immers al deze kreukels aan het licht. De Paasweek wordt daarom ook niet voor niets een Goede Week genoemd. Het licht van Pasen gaat aan als wij ontdekken dat wij in onze worstelingen niet alleen zijn. We hebben iemand aan onze zijde, die weet wat we doormaken. Als we ons bij de hand laten nemen op die Paasweg, zullen we ook ontdekken wat opstanding is. Dan voel je wat het is om op je benen te worden gezet. Als herboren zing je dan misschien wel van een nieuwe lente en een nieuw geluid. Vanwege die Paasmens die ons is voorgegaan uit donkerte, dood en graf.
Ad van Nieuwpoort