Regelmatig trekt Sylvie Kempgens er in haar buurt op uit om op allerlei plekken bloemen te zaaien. Ze is daarmee een zogeheten guerrilla gardener. ‘Ik ben ongerust over de klimaatverandering en dit geeft me het gevoel dat ik iets doe.’
We hebben afgesproken op de Laan van Meerdervoort, bij de lange groenstrook ter hoogte van de Remonstrantse kerk. Sylvie Kempgens staat er al als ik kom aanfietsen. Ze heeft een klein schepje, werkhandschoenen en twee zakjes bloemenzaad in haar handen. Met haar Vlaamse tongval legt ze me uit waar ze vanavond wat wil gaan zaaien. Een goede plek vinden is best nog even puzzelen. Het mag geen plek zijn waar de gemeente gaat maaien als de zaailingen net hun eerste blaadjes uitvouwen of waar honden er dwars doorheen kunnen rennen. Ook moet er voor het ontkiemen van de zaadjes simpelweg niet te veel hoog gras staan. Voor vanavond heeft ze twee geschikte plekken gevonden voor het vrolijke bloemenmengsel in spe dat ze bij zich heeft.
Hete dagen
Sylvie is hiermee een mooi voorbeeld van hoe je op je eigen vierkante meter iets kunt doen om de wereld mooier of beter te maken. Ze trekt er regelmatig op uit om in haar directe woonomgeving bloemen te zaaien. ‘Dat geeft mij het gevoel dat ik iets doe. Ik ben ongerust over de klimaatverandering en kan de zomer niet meer zien aankomen zonder dat ik angstig word voor die te hete dagen. In de toekomst zal dat waarschijnlijk nog erger worden. Ik heb gemerkt dat als ik iets doe, al is het nog zo klein, bij mij de angst een beetje zakt.’
Ze hoopt en gelooft dat ze daardoor niet alleen zichzelf helpt, maar ook de natuur. Ze heeft eerst een paar boompjes geplant, maar dat kan niet in de lente. Die is meer geschikt voor het zaaien van bloemen, die op hun beurt weer bijdragen aan de biodiversiteit.
Ondertussen graaft ze geroutineerd een geultje en strooit er de zaadjes in, waarna ze die weer bedekt met een dun laagje aarde. Om nieuwsgierige vragen te voorkomen, werkt ze vaak in de schemering. ‘Ik had zo’n grote schop, maar Henk, mijn partner, raadde me af om die te gebruiken. Hij was bang dat mensen zouden denken dat ik mijn stiefmoeder aan het begraven was’, zegt ze lachend. Ze houdt een lijst bij van alle plekken waar ze heeft gezaaid en gaat er regelmatig naar terug om te kijken hoe het ervoor staat. Elke plek waar daadwerkelijk bloemen opkomen, vindt ze een klein wonder.
Citygirl
Sylvie komt uit Brussel en woont nu in Den Haag. Ze noemt zichzelf een echte ‘citygirl’. ‘Ik vrees dat ik niet zulke heel groene vingers heb, maar de situatie waarin we nu al jaren leven met onze overconsumptie, is niet langer houdbaar voor de aarde. Door dat probleem ben ik dichter bij de natuur gekomen. Die is het belangrijkst en moet beschermd worden, ook in de stad.’
Net als alles in de grond zit, begint het tot vreugde van Sylvie zachtjes te regenen. ‘Sinds ik dit doe, ben ik anders naar regen gaan kijken, het is een zegen voor de natuur’, zegt ze tevreden.
Het zaaien doet haar ook denken aan de zaaier uit het evangelie, waar niet al het zaad in goede aarde viel, of werd opgegeten door de vogels voordat het kon ontkiemen. In Den Haag is het niet anders. ‘Niet alles komt op’, zegt ze berustend, ‘maar dat geeft niet, zo is het leven ook. Als er íets komt, is het al goed.’
Guerilla Gardeners
Guerrilla gardening begon in de jaren zeventig in New York. Een groep bewoners – de ‘Green Guerrilla’s’ – was de rommel en verpaupering in hun buurt zat. Op een stuk land waarvan niemand wist wie de eigenaar was, ruimden ze de rommel op en legden een buurttuin aan waar iedereen in de buurt van kon genieten. Vanuit dit initiatief stonden er in de hele wereld guerrilla gardeners op, ook in Nederland. Meer informatie: guerrillagardeners.nl
Auteur: Jolly van der Velden