Dick Groenendijk, sinds september 2020 buurtpastor en kerkpionier bij Hoopvol Transvaal, blikt terug op zijn eerste jaar in Transvaal. Hij deelt zijn verontwaardiging over de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten. ‘Toen ik hoorde over twintig mensen in zo’n kleine woning was ik verbijsterd.’
Nog niet zo heel lang geleden werd Den Haag opgeschrikt door een grote brand in de Wouwermanstraat in de Schilderswijk. Een groot aantal woningen werd getroffen; een drama voor de betrokkenen. Het grote aantal arbeidsmigranten dat hier gehuisvest bleek, trok ook de aandacht: tien à vijftien mensen, veelal Bulgaren, in een klein appartement bleek geen uitzondering. Vanuit de samenleving en de politiek werd verbijsterd gereageerd. Ik schrok er ook van en tegelijk merkte ik bij mezelf verontwaardiging: dit is toch algemeen bekend in Den Haag, zeker in de politiek? Waarom nu ineens grote woorden als er iets gebeurt, terwijl het al jaren voortdurende praktijk is?
Stapsgewijs
Later realiseer ik me dat het misschien wel simpelweg zo werkt bij ons mensen: informatie verzamel je stapsgewijs en over elk nieuw stukje informatie kun je je weer opnieuw verbazen. Ik herinner me nog dat een Poolse man me tussen neus en lippen door vertelde dat er in een gewone portiekwoning soms wel twintig mensen wonen. Zelf woon ik ook in zo’n woning en rondom de komst van onze kleine hebben we ons serieus afgevraagd of ons appartementje groot genoeg zou zijn voor deze gezinsuitbreiding; een vrij kneuterige vraag in het licht van bovenstaande waarnemingen. Toen ik hoorde over twintig mensen in zo’n woning was ik verbijsterd. Ik kon het nauwelijks geloven.
Iets soortgelijks gebeurde toen ik op verhuurwebsites ontdekte dat appartementen als die van ons soms voor 1500 euro per maand verhuurd worden. Dat lijkt me nogal absurd voor een kleine 80 vierkante meter jarenveertigbouw. Maar als vervolgens blijkt dat er gerust ook 3500 euro wordt binnen geharkt door niet alleen de woningen te verkameren maar zelfs per matras te verhuren, weet je niet wat je hoort. En dan het aantal mensen waar het om gaat. Ik wist dat Transvaal een wijk is van arbeidsmigranten en dat die echt niet allemaal netjes staan ingeschreven. Maar als je schattingen hoort dat er in Transvaal naast de circa 16.000 officiële bewoners, volgens een voorzichtige schatting nog eens meer dan 7000 mensen onder de radar leven, dan vraag je toch nog wel even een paar keer na of je het echt goed begrepen hebt!
Ook de werkomstandigheden van arbeidsmigranten zijn vaak onzeker. Huisvesting is regelmatig gekoppeld aan werk. Verlies van werk betekent dan ook verlies van huisvesting. Waarschijnlijk is dit een van de voornaamste redenen dat kinderen soms niet meer op school verschijnen – ik werk als zij-instromer op een basisschool in Transvaal – en weer terug zijn naar het land van herkomst. Om soms ook na enkele maanden – waarschijnlijk als er door de ouders weer werk gevonden is – weer in Transvaal op te duiken en dus ook weer naar school te komen. Ik heb het dan nog niet eens over de – tientallen? – kinderen die helemaal niet bij een school zijn ingeschreven en zomaar ergens hun leven leiden. Misschien omringd door een liefhebbende en zorgende familie, maar misschien ook wel zwervend op straat, een gemakkelijke prooi voor wie kwaad in de zin heeft.
Voor mij persoonlijk is de grootste ‘opbrengst’ van dit pioniersjaar dat ik hier onrecht ben gaan zien, onrecht dat bij me onder de huid is gaan zitten. Kennis maakt verantwoordelijk en ik heb nog geen flauw idee wat ik met deze grote en ingewikkelde problematiek aan moet. Maar de eerste stap is: zorg dat anderen het weten! Vertel het verhaal van degenen die zelf hun stem niet of niet genoeg kunnen laten horen. In meer theologische termen is het een voorzichtige poging om een invulling te geven aan de profetische rol die de kerk van oudsher ook heeft.
Dick Groenendijk