In de loop van de geschiedenis kende Den Haag meer dan honderd kloosterordes en congregaties. De meeste ervan zijn allang verdwenen. En binnenkort vertrekken de twee laatste broeders van Maastricht uit het Stadsklooster aan het Westeinde.
In 1861 nodigde de Vincentiusvereniging de Broeders van Maastricht uit om ook in Den Haag te komen wonen en werken. Deze congregatie legde zich volledig toe op het geven van onderwijs. Zeven broeders kwamen en gaven door de jaren heen op vijftien verschillende scholen in de stad les. Het Stadsklooster aan het Westeinde was door de tijd heen de thuisbasis van wel zevenhonderd broeders. Nu gaan de laatste twee weg. Het woonpand zal vanaf 2022 benut worden door de christelijke stichting ‘De Middenhof’ voor de opvang van jongeren die niet meer thuis kunnen wonen en geen huisvesting hebben.
De vertrekkende broeders Frans Wils en Wim Brands zijn respectievelijk 80 en 76 jaar. Beiden sloten zich als jonge mannen aan bij de Broeders van Maastricht en werkten veertig jaar met plezier in het basisonderwijs, juist ook voor kinderen met een achterstand of uit een problematisch gezin. Daarnaast gaven ze onder meer les aan asielzoekers en waren ze betrokken bij het Straatpastoraat.
Vrijheid
‘Dat is zo mooi, dat dingen die hier begonnen zijn, ook zonder ons doorgaan’, zegt broeder Frans. ‘Ons motto is: geloven in ontmoeting, met een dubbele betekenis. Zonder ontmoeting kom je nergens én wij geloven in de ontmoeting van diverse religies. We beleven de godsdienst in vrijheid. Religie inspireert ons. Het dwingt ons niet in een harnas, integendeel, het geeft ons vrijheid, ruimte en openheid.’
De broeders kijken dankbaar terug op hun tijd in Den Haag. Voor broeder Wim stond dat vanzelfsprekend in het teken van onderwijs, wat hij met hart en ziel heeft gedaan. Terugkijkend zegt broeder Frans: ‘Als broeder heb je geleerd dat je moet geven, maar ik vind het minstens even belangrijk te kunnen ontvangen. Mensen worden er gelukkiger van als ze kunnen geven. Als mensen hier komen, vind ik het een van de mooiste dingen om te laten merken dat wij blij met hen zijn. Mensen die het moeilijk hebben zijn eigenlijk onze werkgevers. Ik ben dankbaar dat zoveel mensen blij en tevreden reageren op deze plek en op de tuin.’
Aandacht
Na al die jaren gaan binnenkort hun wegen scheiden, in ieder geval in geografisch opzicht. Broeder Wim gaat naar een broedercommuniteit in Maastricht, terwijl broeder Frans ervoor heeft gekozen in Den Haag te blijven. Hij heeft een appartement naast de kapel in een ander deel van het gebouw. ‘De laatste jaren organiseer ik niet zoveel meer, maar wat ik wel doe is mensen die langskomen aandacht geven. Ik ga graag even met ze naar de kapel, de stilte voelen, een kaarsje opsteken. In andere kloosters heb je zes keer per dag de getijden. Ik doe het met een paar minuten stilte met een toevallige voorbijganger. Dat is voor mij zo waardevol!’
Hij blijft ook zorgen voor de prachtige tuin. ‘Een van de opdrachten die ik mezelf stel, is het zo te organiseren dat wanneer ik er niet meer ben, de tuin gewoon door kan gaan en nog steeds op allerlei manieren gebruikt kan worden.’
Het klooster heeft niet alleen spiritueel, maar ook letterlijk een bijzondere inhoud gehad met honderden kerststallen. Veel Hagenaars hebben ze weleens bekeken tijdens de tentoonstellingen in de kersttijd. Gelukkig hebben ze nieuw onderdak gevonden in de Paschaliskerk aan de Wassenaarseweg. Een verzameling die in het Stadsklooster wel bewaard kan blijven, is die van de oude schoolspullen die broeder Wim jarenlang heeft verzameld. Naast de sacristie is er een historisch schoolklasje mee ingericht.
Nu is het afscheid bijna daar. Iemand zei: ‘De broeders, dat was mooi, maar het is als sneeuw. Ze zijn er een tijd geweest en nu is het weer voorbij. Niets is eeuwig.’