Drie keer Kerstmis in Den Haag

0
341
Grote Markt, foto Roel Wijnants

’s Lands wijs, ’s lands eer. Dat geldt ook voor Kerstmis, maar hoe zit het met christenen die afkomstig zijn uit andere landen maar al sinds jaar en dag in Den Haag wonen?

Laura Reckenbeil (51) kwam in 2003 naar Nederland en werkt in de financiële dienstverlening. Ze groeide op in South Carolina, onderdeel van de Amerikaanse ‘Biblebelt’. Reckenbeil trad rond haar dertigste toe tot het protestantse geloof, dat ze hier belijdt bij de American Protestant Church of The Hague (APCH). Ze is getrouwd met een Italiaanse katholiek en heeft een zoon van twintig en een dochter van vijftien. Het gezin viert ‘een nogal ongebruikelijke kerst, denk ik, vergeleken met andere Amerikanen’. Veel Amerikanen overstelpen elkaar met cadeaus met Kerstmis, het belangrijkste feest van het jaar. Voor Reckenbeil en de haren ligt de nadruk meer op de geboorte van het Christuskind en is de materialistische component naar de achtergrond verdrongen.
Anders dan in haar vaderland, waar families vaak grote afstanden afleggen om elkaar op te zoeken in de kersttijd, kiest Reckenbeil ervoor met kerst thuis te zijn met haar gezin. Een ander verschil is dat de meeste cadeaus met Sinterklaas al vergeven zijn. Kerstmis is een rustige tijd voor de Reckenbeils, die naar Amerikaanse traditie geen tweede kerstdag vieren. Wel bezoekt het gezin op kerstavond een van de drie missen van de APCH, waarvan twintig tot dertig procent uit Nederlanders bestaat. Eerste kerstdag is gereserveerd voor een maaltijd in huiselijke kring.

Te veel, te veel, te veel

Eunice Vieira (62) verliet Brazilië negenentwintig jaar geleden voor de liefde. In het van oudsher katholieke land is kerstavond het hoogtepunt van het kerstfeest. ‘Kerstavond is het belangrijkste: God is geboren.’ Men gaat eerst naar de kerk, eet en praat vervolgens van middernacht tot in de vroege ochtend. Op eerste kerstdag is het tijd voor een flinke brunch en cadeautjes onder de kerstboom, meestal geen echte. In een traditionele Braziliaanse familie, zoals die van Vieira in het noordoosten van het land, hoeven de bezoekers niets mee te nemen. De ontvangende familie slooft zich uit en wil alles perfect doen. ‘Te veel, te veel, te veel.’ Tegenwoordig brengt iedereen zelf wat te eten mee. ‘Dat is juist mooi, vind ik.’
In Nederland gaat Vieira op kerstavond uit eten met familie of brunchen op eerste kerstdag. Tweede kerstdag is in Brazilië een gewone werkdag. ‘Toen ik hier kwam wonen, vond ik het heel apart dat tweede kerstdag bestond.’ Inmiddels is ze eraan gewend en neemt de gelegenheid te baat om met familie van haar man te gaan eten.
Ze begrijpt overigens niet waarom de kerstboom van sommige Nederlanders op tweede of zelfs al eerste kerstdag op straat belandt. Die van haar gezin wordt netjes in de Scheveningse Bosjes geplant, geen dag eerder dan na Driekoningen. 

Dansje

Wanneer het gaat om een uitputtende kerstnacht, kan protestant Robert Udilwa (67) uit de Democratische Republiek Congo een woordje meespreken. Udilwa, politiek vluchteling en sinds twintig jaar in Nederland, is afkomstig uit het dorp Kafongo. In de kerstnacht legde hij in zijn jonge jaren met enige tientallen dorpsgenoten de afstand van twintig kilometer naar de lokale kerk dansend, zingend en op de tamtam spelend af. In deze Église Saint-Fête-Charles kwamen alle ‘kinderen van God’ uit de omgeving die heilige nacht bijeen om te eten, te drinken, te dansen en te relaxen. De volgende ochtend om een uurtje of zeven, acht begon de dienst, die duurde tot in de vroege middag.
Udilwa mist het weleens. ‘Het is een goede herinnering.’ Hij heeft Congo nadien meermaals bezocht, maar brengt kerst tegenwoordig liever door met familie, thuis in Mariahoeve. Dat is een plek waar je wegens de buren niet al te hard op de tamtam kunt slaan, dus dat doet Udilwa maar niet. Verder is de kerstgedachte onveranderd: samen gelukkig zijn. Dat betekent zingen, bidden, eten, luisteren naar muziek en elkaar cadeautjes geven. En een dansje van een uur of twee, dat houdt Robert Udilwa ook nog wel vol.