Christus Triumfatorkerk viert jubileum
Zestig jaar geleden was het feest in het Bezuidenhout. Begin maart 1962 werd een ultramoderne kerk geopend. De Christus Triumfatorkerk was een spraakmakend gebouw – en is dat nog steeds. Wie er nu een kijkje neemt, ontdekt dat je over de monumentale kerk ten minste drie verhalen kunt vertellen.
Het is avond. We zitten in de grote, hoge hal van de Christus Triumfatorkerk in het Bezuidenhout. Een brede trap voert naar de kerkzaal op de eerste verdieping.
Jaap van den Akker, predikant: ‘Als je op zondag uit de kerk komt, daal je af naar al die koffiedrinkende mensen hier. Dat geeft een gezellig beeld. Omgekeerd, wie een onbekende in zijn eentje naar beneden ziet komen, kan er snel heengaan en een praatje beginnen.’
De hal met het fleurige meubilair is het hart van de kerk. Noem het een overdekt dorpsplein. De sfeer is die van een grand café. Hier komen alle vergaderzalen op uit. Aan één kant is een bar. Door een grote glazen wand kijk je uit op een binnenplaats. Het is opvallend dat er geen direct contact is met de straat. De mensen van de ‘CTK’, zoals de kerk in het afkortingenjargon heet, fantaseren wel eens over een opener entree met brede glazen deuren. Of over een terras aan de straat met een paar uitnodigende zitjes en fleurige parasols. Iets meer reuring zou welkom zijn. Maar ja, het gebouw is rijksmonument en daardoor is een verbouwing lastig te realiseren. Om dezelfde reden zijn ook ideeën over grote foto’s of spandoeken aan de buitenmuren bij voorbaat kansloos.
Knipoog naar Le Corbusier
Huub van der Linden, architect en gemeentelid, kent alle kwaliteiten van het gebouw. Architect Geert Drexhage heeft de van oorsprong gereformeerde Christus Triumfatorkerk ontworpen met een knipoog naar de grote Le Corbusier. De publiekelijk toegankelijke zalen zijn op straatniveau en de ‘privé’-ruimten – in dit geval de kerkzaal – op de eerste verdieping. Van buitenaf oogt het gebouw als een massieve betonnen bunker, een gesloten vierkante bak zonder ornamenten. Naar de mode uit de bouwjaren staat de hoge toren op zichzelf, los van het gebouw. Bouwkundig gesproken valt de Christus Triumfatorkerk onder het ‘brutalisme’, een lang verguisde stroming in de architectuur die pas de laatste tijd weer wat waardering krijgt.
‘De meningen over de inrichting blijken verdeeld’
Ook hier – vanaf de straat – een hoge toegangstrap naar de kerkzaal, maar pas sinds de coronapandemie wordt die weer mondjesmaat gebruikt; je kunt er afstand houden. De meeste bezoekers nemen gewoontegetrouw een bijna onvindbaar, smal deurtje in een schrootjeswand om de hoek. Een soort dienstingang. Zo gaat dat vaker. Mensen die een gebouw in gebruik nemen, ontwikkelen hun eigen gewoontes, los van wat de bouwmeesters hebben bedacht.
Koele sereniteit
De kerkzaal vertelt weer een ander verhaal. De eerste indruk is die van koele sereniteit. En van leegte. Het daglicht komt binnen door een reeks smalle, geraffineerd geplaatste raampartijen, die in de verte aan hoge ramen in een Franse kathedraal doen denken. De comfortabele banken met paarse stoffen bekleding staan opgesteld in de breedte, met goed uitzicht op het liturgisch centrum. De meningen over de inrichting blijken verdeeld. Van der Linden: ‘Mijn moeder vindt het geen warme, gezellige kerk.’ Van den Akker: ‘Doordat de banken in een brede, halve cirkel staan, heb ik direct contact met het publiek. Als ik terloops een vraag stel, reageren mensen direct. Ze voelen zich hier vrij.’
Verjonging
Na zestig jaar kijkt de gemeente van de Christus Triumfatorkerk opgewekt naar de toekomst. Veel gemeenteleden uit de begintijd hebben de stad inmiddels verlaten en zijn geëmigreerd naar plaatsen als Zoetermeer. Daarvoor in de plaats zijn nieuwe, hoger opgeleide generaties gekomen, die onder andere een baan hebben gevonden aan de Haagse Zuidas, zoals het Beatrixkwartier wordt genoemd. De gemeente maakt een proces van verjonging mee. Tegelijk blijkt het gebouw op zich een wervende factor te zijn. Ondanks de buitenkant. De zalen worden intensief verhuurd aan allerlei instellingen. Van den Akker: ‘Het komt regelmatig voor dat iemand die voor zijn of haar werk hier door de week is geweest, op zondag terugkomt.’
De feestelijkheden ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan zijn vanwege de coronapandemie verschoven naar het startweekeinde in september.