Gedenk, mens…

0
472

Vasten na uitbundig carnaval

Al van jongs af aan, meegenomen door onze ouders, aangespoord door ijverige broeders en zusters in het onderwijs, ontvingen wij als rooms-katholieke jongeren een askruisje. Op Aswoensdag, de dag na drie dagen uitbundig Limburgs carnaval, kreeg je daarmee een niet te missen teken van jouw sterfelijkheid op het voorhoofd gedrukt. Zo en niet anders begonnen we aan de vastentijd. Kinderen werden geacht doordeweeks niet te snoepen, extra goed hun best te doen op school en thuis. Voor volwassenen waren de regels: minder of niet roken, drinken of snoepen, maar één volle maaltijd per dag en verdere ‘onthouding’ van alles waar je van genoot…, dat mocht je zelf invullen! De formule die bij het zetten van het askruisje uitgesproken werd was overduidelijk en tevens ook zeer macaber: ‘Gedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult gij wederkeren.’ In mijn jeugd ging dat in het Latijn: Memento, homo, quia pulvis es, et in pulverem reverteris.

‘Geen streng regime van onthouding of vastentrommeltjes’

Stoffelijkheid

Hoe sta je dan, vele jaren en levens later, als kersverse nabestaande aan het graf van je geliefde levensgezel; de daadwerkelijke plek van zíjn terugkeer naar de voorspelde staat van stoffelijkheid.

Dáár, op die plek, is aan het gebeuren waar hij volledig van overtuigd was: terugkeer naar het element ‘aarde’, terwijl ik hem zó graag in de ‘hemel’ zou zien…

Zeer kort na die teraardebestelling van mijn geliefde, nu bijna twee jaar geleden, werd het ook weer veertigdagentijd. Nee, nu geen streng regime meer van onthouding van ‘volle maaltijden’ of vastentrommeltjes voor de kinderen. We kijken in deze tijd om naar onze medemensen, we denken aan de natuur als een kostbare schat die onze aandacht meer dan nodig heeft en we werken aan eenheid en vrede. En zelfs die sinistere frase over ons lot ná onze dood is veranderd in: ‘Bekeert u en geloof in het Evangelie.’ Eigenlijk heel opwekkend.

Annemiek Jacobs

H. Antonius Abt gemeenschap, Scheveningen

Het as van verbrande palmtakken

Aswoensdag markeert voor rooms-katholieken het begin van de vastentijd, die duurt tot de zaterdag voor Pasen: Stille Zaterdag. De as is het overblijfsel van verbrande palmtakken, vaak buxustakken, die in het voorgaande jaar gebruikt werden met Palmpasen. De gewijde takken krijgen na Palmpasen bij veel katholieken een plekje achter een crucifix in hun huis en worden het jaar daarop met Aswoensdag meegenomen naar de kerk om verbrand te worden. De priester zet met de as een kruisje op het voorhoofd van de kerkgangers om hen aan te sporen tot bezinning, boete en bekering. De as herinnert ons aan de vergankelijkheid van het leven. Het vuur zuivert, zoals de mens door Christus gezuiverd wordt van zonden.