‘Bij de dokter kan ik nu zeggen wat er is’

0
348

Persoonlijke taalcoaching voorziet in behoefte

Wekelijks duiken de Poolse leerlinge Wioleta Jaskòlka (37) en haar Haagse taalcoach Dini van der Lans (70) samen in de boeken voor Nederlandse les. Taal aan Zee koppelt vrijwilligers aan mensen die (nog) geen reguliere les kunnen volgen.

‘Ze kijkt door de spiegel naar buiten’, leest Jaskòlka voor. ‘Is dat goed of fout?’, vraagt Van der Lans. ‘Fout’, zegt Jaskòlka. Logisch, een spiegel is geen raam, weet ze. Ze geniet van de lessen in haar knusse woonkamer met wel twintig groene planten en paarse rolgordijnen. ‘Bij de dokter kan ik nu zeggen wat er is.’ Dat geeft haar zelfvertrouwen. ‘Wioleta is heel gemotiveerd en leert snel. Een toptraject’, zegt Van der Lans. ‘Ook het lesmateriaal is prettig. We zijn al bij boekje 42 met relatief lange zinnen en veel woorden.’ Eerst begeleidde Van der Lans leskoppels bij Taal aan Zee, omdat ze veel ervaring opdeed met coaching en talentontwikkeling toen ze nog als personeelsfunctionaris werkte. ‘Maar ik vertelde hun over iets wat ik zelf nog nooit gedaan had. Toen besloot ik ook les te gaan geven.’ En waarom vrijwilligerswerk? ‘Op kleinkinderen passen en tennissen na mijn pensioen vond ik niet genoeg. Ik liep tegen een zingevingsdingetje aan.’ Doordat ze gek is op lezen en taal, viel de keuze meteen op deze professionele Haagse organisatie.  

Maatwerk

Taal aan Zee biedt taalles aan anderstalige vluchtelingen, asielzoekers, migranten en laaggeletterden, zodat zij zich beter kunnen redden en makkelijker kunnen deelnemen aan de samenleving. Reguliere educatie zit er (nog) niet in voor deze doelgroep, vanwege hun gezinssituatie, sociale problemen, trauma’s, lichamelijke of psychische klachten. Het is altijd maatwerk. Taalniveau, leervermogen, scholing in het land van herkomst en de cultuur zijn uniek. Er zijn kleine en grote klassen, maar wie dat nog niet aankan mag eerst veertig weken thuis een-op-een-les krijgen. ‘Met de ene leerling kun je makkelijker communiceren dan met de andere’, zegt Van der Lans. ‘Wioleta kan overschakelen op Engels en heeft hetzelfde schrift als wij. Een Syrische dame met wie ik werk, kent geen Engels en heeft Arabische tekens geleerd.’

Theater

Waarom krijgt Jaskòlka thuis les? Ze drukt haar handen op haar buik en vertelt dat ze veel buikpijn heeft. ‘Ze was bang om in de klas te moeten overgeven’, legt Dini uit. Jaskòlka wijst ook naar haar voet. Die heeft ze verwond bij een val tijdens het paprika’s plukken, vertelt ze. Nu heeft ze een WIA-uitkering, maar ze hoopt op werk. ‘Misschien in het theater’, zegt ze dromerig. Een Poolse dame met wie Van der Lans haar in contact bracht, heeft haar hierover verteld. ‘Maar een winkel is ook goed, alles is goed.’ Omdat Jaskòlka nooit een les heeft verzuimd wegens ziekte, nam Van der Lans haar toch mee naar een klas. Dat ging goed. ‘Je was eerst wel een beetje nerveus’, zegt Van der Lans. Ze laat haar handen trillen om het uit te beelden. Jaskòlka knikt. ‘Maar jij nam mij mee.’ Ze grijpt zichzelf lachend bij haar kraag in haar nek en toont hoe Van der Lans haar meesleepte. Meteen oefenen ze de uitspraak van het woord nerveus, want de ‘eu’ is zo gemakkelijk nog niet voor Poolse mensen.

‘Afronden is lastig als je iemands vooruitgang ziet’

Er zijn twee dingen die Van der Lans lastig vindt aan haar vrijwilligerswerk: iemand bellen voor een eerste afspraak wanneer die nog geen woord Nederlands spreekt, en vooral: dat de privélessen stoppen als de veertig weken voorbij zijn. ‘Tja, de mensen kijken zó enorm uit naar je komst en als je hun vooruitgang ziet, is afronden heel lastig.’

Tanya van der Spek

Info: taalaanzee.nl

Fotobijschrift

Dini van der Lans en Wioleta Jaskòlka genieten beiden van het succes van de taalles