Vrolijk stemmend

0
513

Al vóór ik mijn stem mocht uitbrengen was ik geboeid door het politieke bedrijf. Tegen de verkiezingen vroeg mijn moeder nog weleens: ‘Zeg eens wat ik stemmen moet, Rob.’ Natuurlijk zei ik dat het háár stem was, maar daar kwam ik niet mee weg. Werkend in een stevig gereformeerde omgeving, stemden de meeste collega’s op de Anti Revolutionaire Partij (opgegaan in het CDA). Zelfs de dominee op het ziekenhuisterrein, waar ik werkte en woonde, had een ARP-poster op het raam. In jeugdige overmoed sierde ik mijn raam met een PSP-poster, waarop een blote dame stond. Dat was twee keer tegen het zere been! Pacifistisch socialistisch (jaren geleden opgegaan in GroenLinks), wat zou het bezoek van de patiënten wel niet denken? Bloot, dat vond ik zelf ook wel gewaagd vanuit mijn evangelische ‘roots’. Natuurlijk moest de poster wijken, maar ik bestickerde de bomen van de spoorwegovergang met ‘Stem PSP’. Ik zag de dominee in gedachten al tandenknarsend wachten tot de trein voorbij was.

Hennie, het hoofd van mijn afdeling, was vurig aanhanger van het Gereformeerd Politiek Verbond (later opgegaan in de ChristenUnie) van Piet Jongeling. Op verkiezingsavond zaten wij samen voor de tv, allebei principieel en lid van kansloze partijtjes. Als het GPV ergens won, juichte ik, won de PSP dan juichte Hennie. Sindsdien is het mij duidelijk hoe vrolijk makend het is om je stem te mogen uitbrengen. Natuurlijk erger ik mij soms aan gezwabber en opportunisme in regering en volksvertegenwoordiging. Maar begin niet met mij over ‘zakkenvullers’ en ‘baantjesjagers’. En dan laat ik de ergste scheldwoorden maar aan die Tweede Kamerleden die niet beseffen hoe kwetsbaar het porselein van de democratie is. Politiek is een vak en het vergt wijsheid en soepelheid om voor jezelf te bepalen waar de grenzen van het compromis liggen. En ook al liggen politieke overtuigingen ver uit elkaar, toch mag je de ander niet demoniseren. ‘Ik heb er geen woorden voor, zo ontzettend oneens ben ik het met de geachte afgevaardigde!’ De Bijbelse aansporing om te bidden voor de overheden – en wie verantwoordelijkheid dragen – is niet achterhaald.

Binnenkort zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Meestal heb ik wel een keuze in mijn achterhoofd, maar toch let ik op wat er met mijn stem gedaan is de afgelopen jaren. In grote lijnen dan en ik sluit niet uit dat ik in het stemhokje tóch op een andere vrouw stem dan ik mij had voorgenomen. Dat is ook het vrolijke van de democratie: ik mag zweven! We leven niet in een eenpartijstaat. Er staat geen verbanning of heropvoeding op als ik mij door mijn geweten (geloof) en gezond verstand laat leiden. Aan het ontbijt vraag ik mijn gade hoe laat het schikt om samen naar het stembureau te gaan. Met stemkaart en legitimatiebewijs op zak lopen wij vrolijk naar de montessorischool. God zegene de greep, kome wat komt! Ter afsluiting drinken we samen een cappuccino: wat een feest dat iedere stem telt in dit land. Soms levert dat een wat versplinterd landschap op, maar alles beter dan de monocultuur van onderdrukking en de afwezigheid van persvrijheid.