Zegt psychiater en filosoof Damiaan Denys
Hoe komt het dat een land als Nederland, dat zó welvarend is en dat hoog staat in de World Happiness Index, tevens het hoogste aantal mensen kent dat psychisch lijdt? En hoe komt het dat voor patiënten die het meest lijden en de zorg het hardst nodig hebben, geen tijd en geld is? Twee dilemma’s die psychiater en filosoof Damiaan Denys schetste tijdens een lezing bij katholiek netwerk DEZINNEN, onlangs in de Christus Triumfatorkerk.
Een enorm aantal mensen klopt in Nederland aan bij de geestelijke gezondheidszorg. Denys ziet een aantal oorzaken. Het bijna onbegrensde aantal mogelijkheden waaruit we kunnen kiezen, bijvoorbeeld. Alles kan, met het gevolg dat niets meer een betekenis heeft. Niets is bijzonder – kun je nog écht blij zijn met iets? Verder ziet hij het individualisme als oorzaak. Wie alleen met zichzelf bezig is, wordt er uiteindelijk niet vrolijker op. Daarnaast zien we op sociale media voortdurend hoe ‘succesvol’ anderen zijn. Een vergelijking met je eigen leven pakt dan natuurlijk negatief uit. Probeer dan maar eens níét somber te worden. Daardoor is er in een land als Nederland een behoorlijke voedingsbodem voor depressieve gevoelens. En dat terwijl de mens juist helemaal niet slechter af is als het hem of haar af en toe tegenzit. Wie een leven zonder tegenwind heeft of wenst, stort bij de minste tegenslag in. Bovendien bestempelt zo iemand tegenspoed als falen, als een ziekte. En dus stapt hij of zij ermee naar een psychisch hulpverlener.
Psychisch aan de grond
Het wrange is dat mensen met lichte depressieve klachten uitstekend de weg weten te vinden in de zorg, stelt Denys. Ze laten zich niet afschrikken door ambtelijke taal van zorgverzekeraars en ze zijn mondig genoeg om door te dringen tot de zorginstanties. Maar de patiënten die psychisch écht aan de grond zitten, lukt het niet om toegang te vinden tot die zorg. Tel daarbij de tijd op die zorgverleners kwijt zijn aan administratieve handelingen om te voldoen aan de controlerende eisen van de overheid en de zorgverzekeraars. Ook daardoor is er minder daadwerkelijke hulp mogelijk.
‘Alles kan, dus niets is bijzonder’
Uit het publiek komt de vraag of Denys een oplossing voor dit probleem heeft. ‘Enkele perspectieven zijn: schaf de marktwerking af voor de ernstige patiënten en stel geld beschikbaar zodat zij ongehinderd toegang tot de zorg kunnen krijgen. Kies voor een gedeelde marktwerking voor de lichtere patiënten. Geef die een eigen verantwoordelijkheid. Zie psychisch lijden niet als een defect. Mentaal lijden is dikwijls een signaal dat je een leven leidt dat niet in harmonie is met jezelf. Kijk of je daar iets aan kunt doen. Als dat niet helpt, zoek dán psychische hulp. En hulpverleners: bied weerstand aan de controlerende regelzucht van overheid en zorgverzekeraars. Zorg dat je weer tijd krijgt voor de patiënt in plaats van voor het invullen van formulieren.’
Koesteren
Nog een vraag uit het publiek: kan spiritualiteit helpen? Denys: ‘Alle religies leggen de nadruk op het accepteren en aanvaarden, en niet op het verhinderen, vermijden of oplossen van het lijden. Niet dat we martelaar moeten worden, maar kijk hoe kunstenaars het lijden opzoeken: juist om geïnspireerd te worden. Waarom zouden wij dat lijden niet koesteren om dat stukje ook in ons naar boven te halen? Als je denkt vanuit een mensbeeld dat spiritueel is en niet materieel, kom je al snel tot de conclusie: het lijden veroorzaakt niet zoveel lijden.’

Damiaan Denys, Het tekort van het teveel. De paradox van de mentale zorg. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2020. ISBN 9789038807393; 280 pagina’s; € 22,99.