Parels in de stad

0
604

Liefdadigheidshofjes in Den Haag

Het is lente, een goede reden om eropuit te gaan. En waarom niet eens wat Haagse hofjes bekijken? Te midden van de drukte van de stad zijn het oases van rust, die hun oorsprong vonden in – soms christelijk geïnspireerde – liefdadigheid.

Achter een gewone deur in de drukke Parkstraat bevindt zich een haven van vredige verstilling. Na een lange gang betreden we de Rusthof, gesticht door Elisabeth Groen van Prinsterer-van der Hoop en haar echtgenoot, de politicus Guillaume Groen van Prinsterer. Tante Betsy, zoals zij nog steeds wordt genoemd, trok zich het lot aan van oude dienstboden die na een leven van werken vaak geen inkomen en onderkomen meer hadden. Zij stichtte in 1842 een liefdadigheidshofje met naaischool voor alleenstaande vrouwen boven de 55 jaar, behorend tot de Nederlandse Hervormde Kerk. De huisjes dienden ‘zindelijk bewoond’ te worden.

‘De vrouwen kregen wekelijks vlees en brandstof’

De vrouwen woonden daar niet geheel gratis, maar betaalden een lage huur. Wekelijks ontvingen zij vlees en brandstof en met de christelijke feestdagen een extraatje zoals eieren en koek. In 1849 en in 1870 werden er huisjes bijgebouwd en in 1986 volgde een totale renovatie waarbij de woningen werden voorzien van een douche en wc. Er zijn nu zeventien huisjes, een logeerhuisje en een beheerderswoning met vergaderkamer voor de bestuursleden van de Stichting Rusthof. Behalve de vredige rust, valt de mooi verzorgde tuin met oude perenbomen op. Bijzonder zijn de gevelstenen boven de deuren van de huisjes met verwijzingen naar Bijbelteksten zoals Matteüs 11,28: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.’ Wie tijdens een mooie lentewandeling besluit om even een kijkje te nemen in de Rusthof, doet er goed aan die rust te respecteren en terughoudendheid te betrachten. De bewoonsters, nog steeds alleenstaande dames vanaf 55 jaar, zijn begrijpelijk gesteld op hun privacy.

Prestigieuze architect

Dat geldt ook voor de bewoners van Het Hofje van Nieuwkoop, dat is gebouwd tussen 1658-1662 en grootscheeps gerestaureerd tussen 1970 en 1983. Het is een indrukwekkend monument met een fraai gedecoreerd poortgebouw aan de kant van de Prinsegracht. Het telt momenteel maar liefst 62 huisjes waarvan er 55 zijn bestemd voor bewoning door één persoon en zeven voor tweepersoonshuishoudens. De stichter was de kinderloze Johan de Bruijn van Buijtenwech, Heer van Nieuwkoop, die herhaaldelijk zijn testament had veranderd. Hij besloot dat na zijn dood ‘soo veel als doenlijck’ woninkjes gebouwd moesten worden voor ‘arme en behoeftige weduwen ofte vrouwspersonen’ op het terrein waar hij al een tuinpaviljoen had laten neerzetten. De prestigieuze architect Pieter Post werd aangezocht en zijn meesterhand is te herkennen in de strakke lijnen, het evenwicht en de harmonieuze maatvoering van dit wellicht mooiste en grootste hofje van het land. De bouw kostte meer dan 100.000 gulden, een uitzinnig bedrag voor die tijd. Vandaar dat aan de bewoners ook huur gevraagd moest worden. Van 1861 tot 1887 deed het regentenhuis, het vroegere tuinpaviljoen, dienst als clubhuis voor de kunstenaarsvereniging Pulchri Studio. Men hield er exposities, tekensessies en vergaderingen, maar vooral veel gezellige feesten. De leden hielden van een goed glas wijn en legden in de tuin een kegelbaan aan. Vandaag de dag heerst er echter weer een weldadige rust waarvan u kunt genieten op uw wandeling over het middenpad dat dwars door de fraai aangelegde tuin voert.

Monique Varma, kunsthistorica

Op de foto: Het hofje van Nieuwkoop