Nootdorper bouwt Delftse kerken en Utrechtse Dom in zijn tuin

0
809

 

‘Met een aardappelschilmesje snijd ik de steen uit’

In bijna zestig jaar tijd metselde Chris van der Sman de Oude en Nieuwe Kerk van Delft en de Utrechtse Domtoren steen voor steen, lei voor lei en boog voor boog na in zijn achtertuin in Nootdorp. In miniatuur, hoewel de bouwwerken behoorlijke kolossen geworden zijn.

Terwijl zijn vrouw binnen bezig is met een Anton Pieck-legpuzzel, toont Christianus Adrianus van der Sman (87) een handjevol piepkleine baksteentjes. Als er eentje in het grind van de tuin valt, doet hij geen moeite het op te rapen. Bukken gaat niet meer zo makkelijk en waarom zou hij zich druk maken om een bouwsteentje meer of minder?

Op de knietjes

‘Ik ben van kinds af aan al ambachtelijk bezig geweest’, zegt de Nootdorper. In een hoek staat het enige nog overgebleven huisje van het miniatuurdorp dat de jonge Chris in zeven jaar tijd met zijn broer metselde in de tuin van het ouderlijk huis. ‘Je had toen niks, hè. Je kon nergens heen. Zaten we ’s avonds op onze knietjes in de tuin te werken.’ Van der Sman werd geen metselaar, maar werkte vijftig jaar lang als huisschilder. Toch begon het bouwen-na-werktijd pas goed toen hij trouwde en een huis kocht. In vijfentwintig jaar verrees de Nieuwe Kerk (‘omdat het zo’n prachtig bouwwerk is’), in drieëntwintig jaar de Oude Kerk en in tien jaar tijd de Dom. Dat daar een pensionering tussendoor kwam, maakte eigenlijk geen verschil.

‘Ik ben de trouwste kerkganger van Haaglanden’

Hoewel het nauwelijks te geloven is voor wie de talloze kunstige details bekijkt, is het metselen slechts ‘een hobby’ voor Chris van der Sman. Specialistisch gereedschap heeft hij nooit gebruikt. ‘Een plamuurmesje is mijn troffel en met een aardappelschilmesje snijd ik de steen uit. En een waterpas, hè, die is belangrijk.’ De nijvere vrijetijdsmetselaar zorgde eigenhandig voor degelijke fundering met betontegels en bekisting, zodat de loodzware bouwwerken niet in de zompige veengrond zouden verzinken.

Scheppingsdrift

In 1965 kocht Van der Sman wegens ruimtegebrek een stuk grond van de naastgelegen school. In die tijd sommeerde de directeur gemeentewerken hem om bouwtekeningen te overleggen, ongetwijfeld om de scheppingsdrift van de Nootdorpse ambachtsman aan banden te leggen. Gelukkig verrichtte hij in die tijd schilderwerkzaamheden aan het huis van een lokale wethouder. Gestoord bij het bouwen werd hij niet meer, maar evenmin toonde de gemeente ooit nog belangstelling voor de vrucht van zijn arbeid. Wat er na zijn dood met de kerken en de toren moet gebeuren? ‘Ik lig er niet van wakker. Het zou mooi zijn als het behouden zou blijven.’

Wel is de gemeente Utrecht mogelijk geïnteresseerd in het overnemen van de Dom, maar verplaatsen van de forse toren zonder fundering is zo goed als onmogelijk. Er is al een constructeur langs geweest, hoewel de financiering onzeker is. Van der Sman maakt zich niet druk. Hij had op twaalf jaar werk gerekend voor de Dom, maar het werden er tien. Daarom trok hij nog twee jaar uit voor de toren van het dorpskerkje van Nootdorp. Dit najaar moet het klaar zijn, dan is het mooi geweest. Het verschil tussen twee, drie of vier millimeter is steeds lastiger te zien en op zijn knieën zitten lukt niet meer. Ach, er kan nog wel een grapje van af voor de niet-belijdende katholiek: ‘Ik ben de trouwste kerkganger van Haaglanden.’

Matthijs Termeer

Op de foto: Chris van der Sman bij zijn mini-replica van de Oude Kerk in Delft.