Van Marion was 18 jaar toen hij organist werd in de Gereformeerde Prins Willemkerk – die in 1970 werd afgebroken – in Scheveningen. Niet dat de muzikaliteit in de directe lijn van zijn familie zat, maar ze hadden thuis wel een harmonium waarop Van Marion leerde spelen. De jonge man zat vol ideeën en vond dat er wel meer muziek in de kerk mocht komen. In die tijd – we spreken van de jaren vijftig – zag de kerkelijke wereld er nog totaal anders uit: er werden bijvoorbeeld alleen psalmen gezongen op hele noten. Bloemen in de kerk kon net, maar sommige predikanten wilden die frivoliteit niet. Van Marion: ‘Als ik terugkijk in de tijd zie ik grote golfbewegingen. Zelfs in de Bijbel is dat zo: in het Oude Testament worden veel muziekinstrumenten genoemd. Het gekke is dat dat in het Nieuwe Testament niet meer gebeurt. Kennelijk was dat in de tijd van Jezus niet meer aan de orde.’
Ongebruikelijk verzoek
Niet gehinderd door de heersende kerkelijke gebruiken van die tijd klopte de jonge Van Marion halverwege de jaren vijftig aan bij het Residentieorkest met de vraag of enkele violisten wilden meewerken aan een kerkdienst. De musici waren verrast, maar gingen in op het ongebruikelijke verzoek. Van Marion: ‘Ze hadden er nog heel veel lol in ook. En passant leerden ze mij dirigeren en nog veel meer. Ja, ik heb wel de gelegenheid gekregen om met heel goede mensen te werken. En de predikanten werkten geweldig mee!’
Uiteindelijk mondde die passie voor meer muziek in de kerk uit in de eerste Dienst aan Zee in 1978. In die tijd waren preken van een half uur gebruikelijk, maar Van Marion regelde het zo dat een preek hooguit tien minuten mocht duren. De gemeente moest immers ook nog de gelegenheid krijgen om zelf te zingen. En de koren die Van Marion voor zijn diensten wist te strikken moesten ook ruimte krijgen. Men kwam van heinde en verre naar de Bethelkerk; er kwamen wel 900 geïnteresseerden op de diensten af. Dat is nu wel anders. Van Marion: ‘Als er 150 mensen in de kerk zitten is dat al heel wat. Dat heeft er ook toe geleid dat we hebben besloten te stoppen met de Diensten aan Zee. Je moet weten wanneer je moet stoppen. We worden ouder en er zijn nauwelijks jongeren te vinden die het stokje kunnen en willen overnemen. Er is in die 44 jaar ontzettend veel veranderd en vernieuwd, maar in deze tijd neemt het kerkbezoek af en de interesse voor klassieke muziek in de kerk – de basis van de Diensten aan Zee – lijkt vooral bij jongeren tanende.’
Dankbaar
Van Marion leeft voor zijn muziek: ‘Ik kan niet anders dan muziek maken. Muziek brengt ons dichter bij het mysterie.’ Is die muzikale gave toevallig? ‘Dat weet ik niet. Maar ik ben er zo dankbaar voor dat ik dit al die jaren heb mogen doen.’ En dan wat zachter: ‘Misschien komt die gave wel van boven.’ Over de toekomst is hij opgewekt: ‘Ik blijf volop bezig. Ik mag in de Bethelkerk op het orgel blijven oefenen en ik geef nog wel eens een concert. Alle muziek die ik geschreven heb wil ik laten uitgeven. Dat is nog een hele klus.’
Greet Kappers
Feestelijk afscheid
Op zondag 11 september om 16.00 uur is de laatste Dienst aan Zee in de Bethelkerk, Jurriaan Kokstraat 175. Het Concert Choir van de Amerikaanse kerk verzorgt de koorzang. Gert Jan van den Ende vertoont een compilatie van opnames van de afgelopen jaren. Na afloop zijn er hapjes en drankjes.
Organist Sander van Marion over de laatste Dienst aan Zee:
De 83-jarige organist Sander van Marion neemt na 44 jaar met weemoed afscheid van ‘zijn’ Diensten aan Zee in de Scheveningse Bethelkerk. ‘Je moet weten wanneer je moet stoppen.’
Van Marion was 18 jaar toen hij organist werd in de Gereformeerde Prins Willemkerk – die in 1970 werd afgebroken – in Scheveningen. Niet dat de muzikaliteit in de directe lijn van zijn familie zat, maar ze hadden thuis wel een harmonium waarop Van Marion leerde spelen. De jonge man zat vol ideeën en vond dat er wel meer muziek in de kerk mocht komen. In die tijd – we spreken van de jaren vijftig – zag de kerkelijke wereld er nog totaal anders uit: er werden bijvoorbeeld alleen psalmen gezongen op hele noten. Bloemen in de kerk kon net, maar sommige predikanten wilden die frivoliteit niet. Van Marion: ‘Als ik terugkijk in de tijd zie ik grote golfbewegingen. Zelfs in de Bijbel is dat zo: in het Oude Testament worden veel muziekinstrumenten genoemd. Het gekke is dat dat in het Nieuwe Testament niet meer gebeurt. Kennelijk was dat in de tijd van Jezus niet meer aan de orde.’
Ongebruikelijk verzoek
Niet gehinderd door de heersende kerkelijke gebruiken van die tijd klopte de jonge Van Marion halverwege de jaren vijftig aan bij het Residentieorkest met de vraag of enkele violisten wilden meewerken aan een kerkdienst. De musici waren verrast, maar gingen in op het ongebruikelijke verzoek. Van Marion: ‘Ze hadden er nog heel veel lol in ook. En passant leerden ze mij dirigeren en nog veel meer. Ja, ik heb wel de gelegenheid gekregen om met heel goede mensen te werken. En de predikanten werkten geweldig mee!’
Uiteindelijk mondde die passie voor meer muziek in de kerk uit in de eerste Dienst aan Zee in 1978. In die tijd waren preken van een half uur gebruikelijk, maar Van Marion regelde het zo dat een preek hooguit tien minuten mocht duren. De gemeente moest immers ook nog de gelegenheid krijgen om zelf te zingen. En de koren die Van Marion voor zijn diensten wist te strikken moesten ook ruimte krijgen. Men kwam van heinde en verre naar de Bethelkerk; er kwamen wel 900 geïnteresseerden op de diensten af. Dat is nu wel anders. Van Marion: ‘Als er 150 mensen in de kerk zitten is dat al heel wat. Dat heeft er ook toe geleid dat we hebben besloten te stoppen met de Diensten aan Zee. Je moet weten wanneer je moet stoppen. We worden ouder en er zijn nauwelijks jongeren te vinden die het stokje kunnen en willen overnemen. Er is in die 44 jaar ontzettend veel veranderd en vernieuwd, maar in deze tijd neemt het kerkbezoek af en de interesse voor klassieke muziek in de kerk – de basis van de Diensten aan Zee – lijkt vooral bij jongeren tanende.’
Dankbaar
Van Marion leeft voor zijn muziek: ‘Ik kan niet anders dan muziek maken. Muziek brengt ons dichter bij het mysterie.’ Is die muzikale gave toevallig? ‘Dat weet ik niet. Maar ik ben er zo dankbaar voor dat ik dit al die jaren heb mogen doen.’ En dan wat zachter: ‘Misschien komt die gave wel van boven.’ Over de toekomst is hij opgewekt: ‘Ik blijf volop bezig. Ik mag in de Bethelkerk op het orgel blijven oefenen en ik geef nog wel eens een concert. Alle muziek die ik geschreven heb wil ik laten uitgeven. Dat is nog een hele klus.’
Greet Kappers
Feestelijk afscheid
Op zondag 11 september om 16.00 uur is de laatste Dienst aan Zee in de Bethelkerk, Jurriaan Kokstraat 175. Het Concert Choir van de Amerikaanse kerk verzorgt de koorzang. Gert Jan van den Ende vertoont een compilatie van opnames van de afgelopen jaren. Na afloop zijn er hapjes en drankjes.