‘Bijzonder om nabij te zijn als iemand diep zit’

0
349

Geestelijk verzorgers bij Defensie

In het kader van de Vredesweek staan we stil bij de krijgsmacht. Aalmoezenier Sanneke Brouwers en raadsvrouw Hester Schipper vertellen over hun werk als geestelijk verzorgers bij Defensie. Wat komen zij zoal tegen en wat zijn de vragen en dilemma’s waarmee militairen hen benaderen? 

De Nederlandse krijgsmacht draagt bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in de wereld. Met 68.000 medewerkers is het een van de grootste werkgevers van ons land. Een bijzondere categorie medewerkers vormen de geestelijk verzorgers, vanwege hun onafhankelijke positie. ‘Het unieke van de positie van de geestelijk verzorgers is dat zij enerzijds heel laagdrempelig voor de militairen aanwezig kunnen zijn en tegelijk onafhankelijk zijn’, vertelt aalmoezenier Sanneke Brouwers. Geestelijk verzorgers leggen geen verantwoording af aan Defensie maar aan hun zendende organisatie. Voor raadsvrouw Hester Schipper is dat het Humanistisch Verbond. Brouwers werd gezonden vanuit de Rooms-Katholieke Kerk. Het is een logisch gevolg van de scheiding van kerk en staat. In de praktijk betekent dit dat Defensie zich niet met het werk van de geestelijk verzorgers mag bemoeien. Brouwers: ‘Voor militairen is het heel belangrijk dat er zo’n onafhankelijk iemand rondloopt.’

Benaderbaar

De krijgsmacht bestaat uit verschillende eenheden. Aan elke eenheid wordt een geestelijk verzorger gekoppeld. De ene keer is dat een predikant, dan weer een aalmoezenier of een raadsman of -vrouw. ‘Voor de meeste militairen is de denominatie niet het belangrijkst’, zegt Brouwers. ‘Het belangrijkste is dat er een geestelijk verzorger is die benaderbaar is en de tijd voor hen neemt.’ Over de rol van geestelijk verzorger zegt Schipper: ‘Onze rol bij Defensie is een andere dan die in een religieuze gemeente. De “gemeente” wordt door de commandant bestierd. Als geestelijk verzorger loop je in de zijlijn mee. Je kijkt naar de mensen en je maakt een praatje om te horen wat er speelt.’ Op de vraag hoe dat contact tot stand komt, antwoordt ze: ‘Het staat letterlijk op ons voorhoofd’, doelend op het embleem op haar baret. ‘Daardoor word je herkend als diegene met wie men in gesprek kan. Overal waar je bent, heb je automatisch die rol. Eigenlijk voer je de hele dag door kleine zingevende gesprekken. Maar soms gaat het ook gewoon over het weer’, voegt ze er nuchter aan toe. Geestelijke verzorging valt onder de nuldelijns-ondersteuning: zorg die er altijd is. Geestelijk verzorgers gaan dan ook als eersten mee op missie. In 2013 en 2015 reisde Brouwers met een patriotdetachement mee naar Turkije. Schipper was ooit vier maanden in Litouwen voor een multinationale operatie. ‘De gesprekken zijn anders als je op missie bent’, ervaart Schipper. ‘Het gaat dan meer over de omgang met het thuisfront en het missen van dierbaren. Er is meer urgentie.’

Dilemma’s

Net als haar collega’s in de Rooms-Katholieke Kerk maakt Brouwers in haar werk gebruik van typisch religieuze praktijken, zoals gebed en rituelen. Toch is volgens haar het bespreken van de vragen of dilemma’s waar een militair mee worstelt het eerste wat je kunt doen. Ze noemt het van niet te onderschatten belang. Schipper beaamt dat: ‘Goed luisteren, aandacht geven en empathie tonen is de start. Daarna volgt de dialoog.’ Schipper vindt het bijzonder dat ze zo nabij mag zijn op het moment dat iemand diep zit. ‘De militair heeft geleerd om door te gaan waar anderen stoppen. Het is heel mooi als je dan bij zijn of haar kwetsbare kant mag komen.’ De waardering is wederzijds. Onlangs werd ze op een kazerne gespot door een jonge militair die haar herkende van de missie. Vanuit een open raam riep hij naar haar: ‘Weet je nog waar we het over hadden? Het gaat goed!’ Gevraagd naar de dilemma’s waarmee militairen zoal worstelen, antwoordt Brouwers: ‘Het grote dilemma waarmee militairen rondlopen is dat ze beperkt zijn in de mate waarin ze hun eigen handelen kunnen kiezen.’ Schipper herkent dat: ‘Als militair ben je een pion in een schaakspel. Maar in die rol ben je nog steeds jezelf. Dat kan enorm met elkaar botsen. Dat heeft aandacht nodig.’ Brouwers vindt het belangrijk dat dit dilemma in de samenleving wordt gedeeld. ‘Militairen gaan namens ons allen op missie, met wapens. Die verantwoordelijkheid moeten we dan ook samen delen. Militairen proberen aan de vrede te werken en nemen dat heel serieus. Dat moeten we niet te licht opvatten, ook – of juist – als het soms niet goed gaat en ze teleurgesteld naar huis komen.’

Roelie Dröge