Opgroeien in de smeltkroes van Paramaribo
‘Alle geloven zijn gelijkwaardig, de culturen maken het verschil.’ Aan het woord is Robby Choenni, diaken in de Christus Triumfatorkerk. Afgelopen najaar verscheen zijn tweede boek.
Robby Choenni werd geboren in een hindoestaanse familie en woonde tot zijn veertiende in Suriname, dat toen nog een Nederlandse kolonie was. Over zijn jeugd in Paramaribo schreef hij het boek Paramariboi en onlangs verscheen zijn tweede boek, Opgroeien tussen geloof en bijgeloof. Choenni schetst daarin een levendig beeld van de verschillende culturen, religies en gebruiken in de gemeenschap waarin hij opgroeide.
‘Paramaribo is een smeltkroes, en dat gold ook voor de volksbuurt waar ik opgroeide’, legt hij uit. ‘Doordat je samen opgroeit krijg je, naast je eigen cultuur, ook veel mee van andere geloven en gebruiken. Dat betekent dat je van elkaar ook dingen overneemt.’ Bij ziekte raadpleegt een moslim bijvoorbeeld een sjamaan, of hindoe-ouders laten een ziekelijk kind christelijk dopen in de hoop zo hun kind te redden. ‘Paramaribo is daarin wel uniek. Op het platteland van Suriname is het anders, daar zijn mensen behoudender en bewaren zij meer hun eigen cultuur.’
Respect voor een ander
Wat is geloof voor Choenni, en wat is bijgeloof? ‘Ik groeide op te midden van een diversiteit van normen en waarden, het is een kwestie van perspectief. Bijgeloof bestaat eigenlijk niet. Wat voor de een geloof is, kan voor de ander bijgeloof zijn. Het is wat je richting geeft – of je nu moslim bent, boeddhist, hindoe of christen. Alle geloven zijn gelijkwaardig, de culturen maken het verschil. In Paramaribo respecteerden we elkaars geloofsovertuiging. De tegenstelling hindoe-moslim speelt bijvoorbeeld wel in India, maar niet in Suriname. Daar is nog nooit een kerk, moskee of tempel in brand gestoken.’
‘Ik kreeg veel mee van andere geloven en gebruiken’
Choenni kwam al vroeg in aanraking met het christelijk geloof. Zijn grootouders en zijn moeder waren hindoes maar hadden ook christelijke elementen in hun geloofswereld. Hij ging naar een protestantse school, gerund door de Hernhutters, de Evangelische broedergemeente. ‘In Paramaribo werden christelijke scholen vaak als beter gezien. Je had de keuze tussen rooms-katholiek en protestants, maar als je naar een katholieke school wilde dan moest je gedoopt zijn en dat vonden mijn ouders toch een stap te ver.’ Van jongs af aan hoorde Choenni verhalen uit verschillende geloven, maar als het ging over het christendom leefde hij op. ‘Ik voelde me van jongs af aan al aangesproken door het christendom – anders dan mijn vijf broers en mijn zus, die hindoe zijn gebleven. Voor mij is de Heer mijn adem, mijn kracht. Mijn hartslag is niet van mij, alles is van Hem. We hebben de vrijheid om onze eigen plannen te maken, maar de Heer heeft een eigen plan.’
Gezegend
In Nederland trouwde Choenni een islamitische vrouw, net als hij van Surinaams-hindoestaanse afkomst en met eenzelfde open houding ten aanzien van geloof. Vanaf het begin maakte hij haar duidelijk wat het christendom voor hem betekende. ‘Uiteindelijk hebben we ons allemaal laten dopen en hebben we belijdenis gedaan: ik, mijn vrouw en onze kinderen. De wederzijdse familie was erbij aanwezig’, vertelt een glunderende Robby, die tegenwoordig diaken is in de Christus Triumfatorkerk. ‘Ze vonden het geweldig en wij voelden ons gezegend!’
Anne-Helene Borgts
Robby Charmanend Choenni, Opgroeien tussen geloof en bijgeloof: Hoe gaan wij in ons dagelijks leven om met geloof, ceremonies, tradities, gewoontes en gebruiken. Boekscout, 2022.
Bij de foto: ‘Ik groeide op te midden van een diversiteit aan normen en waarden.’ Fotografie: Anne-Helene Borgts