‘Op de bank met een warme deken van collega’s om mij heen’
Na 21 jaar te hebben gewerkt als fondsenwerver en communicatieadviseur bij Stek – de Haagse stichting voor stad en kerk – nam Marian Hoek van Dijke kortgeleden afscheid. ‘Ten diepste ben ik een verhalenverteller.’
Marian Hoek van Dijke: ‘Zowel voor de fondsenwerving als in de communicatie is het vertellen van verhalen de kern van mijn werk geweest. Stek voelt voor mij als familie. Ik werkte met iedereen van Stek samen om ook van collega’s de verhalen te horen over onze klanten en deelnemers. Zo heb ik ervaren dat alle medewerkers betrokken zijn op het werk, maar ook op elkaar.’ Dat dit aanvoelt als een warme deken kwam tot uiting bij het afscheid, toen ze een enorme fleecedeken kreeg met daarop foto’s van alle medewerkers. Ze vertelt met glimoogjes: ‘Ik omhul mij ’s avonds op de bank met de warmte van mijn Stek-familie.’
Vraagtekens
‘In die 21 jaar heb ik een enorme groei gezien, zowel in de fondsenwerving als wat betreft de plek die Stek in Den Haag inneemt. In de kerken waren er in het begin wel vraagtekens bij een professionele organisatie als Stek: “Nemen ze ons als hardwerkende en ervaren vrijwilligers wel serieus?” En in de stad leefde de vraag: “Bestaat het dat een kerkelijke organisatie professioneel werkt?” Nu staat Stek als een huis waar we trots op kunnen zijn, zowel in de stad, bij de gemeente Den Haag als in de Haagse kerken.’ Hoek van Dijke heeft de fondsenwerving voor de activiteiten van Stek doen groeien van rond de 25.000 euro naar 1,5 miljoen euro. Met duidelijke pret vertelt ze: ‘Het is niet moeilijk om fondsen over de streep te krijgen voor projecten die er zijn voor de mensen met de minste kansen. In de toekomst mogen we onze ervaringen ook wel breder bekendmaken en delen met meer mensen die ons juist niet nodig hebben.’
‘Ik vroeg me af of mijn hoofd nog naar studeren stond’
Sprong in het diepe
Over de reden van haar vertrek vertelt ze: ‘Na 21 jaar kom je vanzelf op het punt dat de rek eruit gaat. Naast mijn werk heb ik tien jaar lang mantelzorg verleend aan mijn vader die bijna 91 is geworden en aan onze zoon die autisme heeft. Mijn vader is overleden en mijn zoon werd steeds zelfstandiger, dus er kwam ruimte voor iets nieuws. En dat is een studie religiewetenschappen geworden aan de Universiteit van Amsterdam. Starten met een studie was in het begin wel spannend, want ik vroeg me af of mijn hoofd nog wel naar studeren stond. Maar dat gaat prima, ik geniet ervan en haal goede cijfers.’ Een andere baan heeft Hoek van Dijke nog niet: ‘Het is een sprong in het diepe. Maar toen ik de deur van Stek achter me dichtdeed, besefte ik: dit is de bedoeling. Ik ben religiewetenschappen gaan studeren omdat ik meer met de betekenis van religie bezig wil zijn. Ieder mens is op zoek naar een goed leven, maar wat dat inhoudt is voor iedereen anders. In alle verhalen die mensen vertellen, zitten aspecten uit hun religie, cultuur en politiek die zin aan het bestaan geven. Daarin ben ik het meest geïnteresseerd: de vraag hoe mensen religie beleven. In de studie behandelen we alle wereldgodsdiensten, maar het christendom is mijn moedertaal. Ik heb de traditionele vorm van het geloof uit mijn jeugd losgelaten, maar vond mijzelf bij het ouder worden terug in de visie van Bonhoeffer die het had over een God die zichtbaar wordt in de lijdende mensheid.’
Greet Kappers