‘Wij zitten binnen gezellig te eten, maar hoe gaan zij het feest vieren?’ Sinds de verwoestende aardbevingen die delen van Turkije en Syrië ongenadig troffen, wordt de Turkse gemeenschap verscheurd door verdriet over de tienduizenden slachtoffers. Wat heeft dit voor gevolgen voor de ramadan en het Suikerfeest?
De levens van de twee Turks-Haagse vrouwen Gulcan Celik (42) en Meryem Cetin (42) staan op hun kop. ‘Het is één groot verdriet’, zegt Cetin. ‘Zestigduizend doden. Ik heb er geen woorden voor’, valt Celik haar vriendin bij. ‘Wij zijn ver van het rampgebied. Ik kan me niet voorstellen hoe het daar is. Heel veel families zijn zwaar getroffen. Ze hebben niets meer.’ Allebei leven ze intens mee met hun vriendinnen in Den Haag die dierbaren in Turkije zijn verloren. Er vielen twintig doden in de familie van een van hen, in de stad Hatay. ‘Helemaal verwoest, alles onder het puin’, zegt Cetin. ‘We hebben heel veel verdriet. Ik heb nachten niet geslapen. Wij hebben met vriendinnen wekenlang gehuild.’ Toch kunnen ze zich volgens Cetin niet genoeg voorstellen bij het leed van de getroffenen. ‘Wij voelen heel veel verdriet en emoties, maar die mensen zijn helemaal in elkaar gestort.’
Samen
Het contrast tussen het diepgaande verdriet om de gevolgen van de ramp in Turkije en de blijdschap en positiviteit van de ramadan kan haast niet groter zijn. ‘De ramadan is een heel fijne maand’, zegt Celik. Iedere avond maken de gelovigen het gezellig na het vasten overdag. ‘Met je gezin samen koken, samen de tafel klaarmaken, samen eten.’ Cetin: ‘Als de ramadan nadert, is dat een blij moment, zowel met het vasten als voor het geloof. Het zijn leuke en bijzondere momenten, ieder jaar.’ Dit jaar overheersen gemengde gevoelens. ‘Aan de ene kant ben je blij, aan de andere kant verdrietig’, zegt Celik. ‘Verdriet en blijdschap’, bevestigt Cetin. Het Suikerfeest, drie dagen feestvieren na een maand vasten, zal waarschijnlijk in een ander daglicht komen te staan. ‘Dit jaar zijn er andere emoties’, zegt Cetin. ‘Heel veel mensen liggen daar onder het puin, zijn buiten en ongelukkig. Je denkt: wij zitten binnen gezellig te eten, maar hoe gaan zij het feest vieren?’ Toch moet het verdriet volgens de beide vrouwen niet de overhand krijgen. Cetin: ‘Er is iets groots gebeurd, maar je kunt niet alleen maar somberheid aan je kinderen meegeven. Je kunt niet dag en nacht daarmee bezig zijn. Je moet het een plek geven.’ Celik: ‘Het leven gaat door. Je hebt een gezin.’ Dat het feest doorgaat, staat vast. ‘Het is tegen ons geloof om het Suikerfeest niet te vieren’, licht Cetin toe. ‘Ons geloof zegt dat je na het vasten drie dagen moet feestvieren. Het ritueel gaat door.’ Of het dit jaar minder uitbundig wordt? ‘Dat kan ik niet zeggen, dat zien we wel.’ Beiden zijn aangenaam verrast door de donaties en goederen voor de slachtoffers, onder meer aan de Stichting Esmeray van de dochter van Celik. Tot twee, drie uur ’s nachts waren ze bezig met het ordenen van de spullen. ‘Er is zoveel gedoneerd’, glundert Celik. Zo kwam een tiental onbekende Turkse jongens luiers en babyvoeding langsbrengen. Cetin: ‘In de weken na de aardbeving zag je zoveel liefdadigheid. Overal vandaan. Ik had nooit gedacht dat zoveel mensen dezelfde emoties zouden hebben.’ Matthijs Termeer Fotobijschrift: Meryem Cetin (links) en Gulcan Celik leven mee met de slachtoffers van de aardbevingen.