Hoop voor de kerk

0
193

Jongeren willen ruimte om te experimenteren

Hoe kan de kerk eruitzien als ze twintigers echt serieus neemt? Met die vraag begon Tabitha van Krimpen aan haar boek Bottom-up kerk: zijn waar twintigers zijn. In juni verschijnt het, maar ze deelt vast enkele bevindingen eruit.  

 

Voor mijn boek heb ik veel twintigers gesproken en geïnterviewd om erachter te komen wat zij belangrijk vinden als het gaat om zingeving, geloof en kerk. Waarom blijft de een en vertrekt de ander?

Van Aart Bontekoning, sociaal psycholoog en generatie-expert, leerde ik dat voor Generatie Y, geboren tussen 1985 en 2000, onder andere sleur, bureaucratie en hiërarchie energieslurpers zijn. Dat komt omdat dit niet goed samengaat met de kracht van deze generatie, namelijk humor, flexibiliteit, persoonlijk leiderschap en authenticiteit. Deze energieslurpers spelen ook in de kerk en ook daar willen jonge generaties hun sterke kanten uiten. Veel twintigers lopen in de kerk aan tegen de eentonigheid, zoals de passieve rol die je als kerkganger tijdens de kerkdienst hebt. De ambtelijkheid van de kerk, waarbij er eerst in allerlei gremia vergaderd moet worden over hun out-of-the-box-ideeën, kan hen frustreren en maakt dat de energie weglekt. In de kerk zoeken zij authenticiteit en mensen die laten zien hoe een leven in geloof en met God er met vallen en opstaan uitziet. Ze zoeken naar voorbeeldfiguren en mentors die met hen meelopen en hun wijsheid en geloofsweg met hen delen. Voor veel twintigers zijn er weinig taboes en ze willen het christelijk geloof verbinden met thema’s als klimaat, seksualiteit en wat een goed en betekenisvol leven is. Het boek heeft ook een Haags tintje: Rik Zwalua van LUX en Bettelies Westerbeek van Geloven in Moerwijk, komen in het boek aan het woord.  

‘Twintigers zoeken authenticiteit en  voorbeeldfiguren’

 

Ruimte voor experiment

Ik zie enorm veel kansen voor de kerk in een tijd waarin veel mensen zoeken naar zingeving en gemeenschap. Toch vraagt dit ook een grote verandering, een diepgaande transformatie, zoals ook hoogleraar duurzaamheid en transitiekunde Jan Rotmans beschrijft. In de bottom-up kerk lopen ‘binnen’ en ‘buiten’ door elkaar heen en zijn mensen zelf en hun vragen het uitgangspunt. De macht ligt zo laag mogelijk in de organisatie en mensen kunnen zelf zoveel mogelijk taken uitvoeren en zelf beslissingen nemen. In de bottom-up kerk is ruimte voor experiment, ook als het mislukt. Niet langer is ‘zo doen we dat hier’ bepalend, maar is ‘probeer maar!’ het uitgangspunt. Pas als de kerk niet meer enkel vertrouwt op haar eigen regels en procedures, komt er echt ruimte voor God zelf en kunnen we verrast worden door wat hij doet en door hoe de Geest waait waarheen hij wil, daar ben ik van overtuigd. Daarvoor moeten we een kerk worden die met open armen leeft, die durft los te laten en durft te ontvangen. Dat is mijn hoop voor de kerk.

 

 

Tabitha van Krimpen was als Jonge Theoloog des Vaderlands vanaf november ’21 een jaar lang ambassadeur van de theologie in Nederland. Ze is afgestudeerd bedrijfskundige en volgt nu de master theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit.
‘Bottom-up kerk: zijn waar twintigers zijn’ verschijnt op 1 juni bij KokBoekencentrum Uitgevers en is onder andere verkrijgbaar via: https://bottomupkerk.nl/

Bottom-upkerk. Credits: Kunstwerk Dennis Oppenheim, foto Thomas Quine via Flickr