‘Laten we onze afkomst niet verloochenen’
Voor het eerst heeft het Haagse gemeentebestuur een coördinerend wethouder levensbeschouwelijke organisaties. In zijn kamer in het stadhuis vertelt wethouder Bredemeijer over de oorsprong en reikwijdte van zijn portefeuille.
Bij de onderhandelingen over de coalitie vorig jaar heeft Bredemeijer er persoonlijk en bij voortduring op gehamerd dat er een portefeuille levensbeschouwing kwam. De weerstand was evenwel groot. In Nederland zijn kerk en staat toch gescheiden? In die gedachtegang moet de overheid zich verre houden van religie.
‘Dat argument wordt te pas en te onpas genoemd’, stelt Bredemeijer. ‘Historisch gezien betekent de scheiding dat je je niet met elkaars organisatie bemoeit. Daarvan is natuurlijk geen sprake. Maar als je ziet hoe belangrijk kerken, moskeeën, tempels en synagogen zijn voor veel Hagenaars, dan is het toch logisch dat je als gemeentebestuur met deze organisaties voeling wilt houden?’ Zelf is Bredemeijer christen, lid van de vrijgemaakt-gereformeerde Ichtuskerk in Scheveningen. ‘Ik kom uit Harderwijk, uit een liefdevol gezin waar in de opvoeding het geloof belangrijk was. Dat geef ik ook door aan mijn eigen kinderen. Natuurlijk anders dan vroeger, maar in de kern wil ik hun graag christelijke waarden doorgeven: oog hebben voor elkaar, en in maatschappelijke verbanden en discussies actief laten zien waar het christelijk geloof voor staat.’
Startkapitaal
De hoofdtaken van Bredemeijer liggen op andere terreinen: onderwijs, jeugd en sport. Dat zijn grote portefeuilles, waar grote problemen doorlopend om oplossingen vragen. De portefeuille levensbeschouwing is van een ander kaliber. ‘Hier kan ik met mijn gesprekspartners vrijuit denken.’ Het enige knelpunt dat al jaren op de agenda staat, is het verwezenlijken van een kerk-verzamelgebouw voor de vele migrantenkerken die Den Haag rijk is. Vaak kunnen die moeilijk onderdak vinden, omdat ze weinig huur kunnen betalen. Gezien het belang van migrantenkerken als ontmoetingsplaatsen voor hun leden en voor de stad in groter verband – van sociale ondersteuning tot taallessen – heeft het gemeentebestuur zich nu voorgenomen de oprichting van een gebouw actief te ondersteunen. ‘De coalitie heeft 6,5 ton startkapitaal toegezegd. Ik verwacht dat het gebouw er binnen drie jaar is.’
Mag het iets duidelijker?
Als coördinerend wethouder hoopt Bredemeijer eraan bij te dragen dat de plaats van godsdienst en levensbeschouwing in de Haagse samenleving zichtbaarder wordt. Zo brandde in december in het atrium van het stadhuis een grote zevenarmige joodse kandelaar, een menora, tijdens het Chanoekafeest. Bredemeijer: ‘Moslims laten al sinds hun komst hier openlijk zien hoe belangrijk de islam voor hen is. Zie de vastenmaand ramadan en hoe die steeds breder in de stad wordt gerespecteerd. Ik heb me er wel eens aan geërgerd dat christenen hun feestdagen steeds vaker lijken weg te stoppen. Je mag elkaar geen “gezegend kerstfeest” meer wensen, maar dat moeten “mooie eindejaarsdagen” worden. Kom kom, mag het iets duidelijker, voor mijn part activistischer? Inclusie is mooi, maar dan moeten er juist dingen bijkomen. Laten we geen oude symbolen schrappen. We hoeven onze afkomst toch niet te verloochenen?’
‘Mijn frustraties worden niet altijd gedeeld’
Tot verrassing van de wethouder bleken in gesprekken met bestuurders van levensbeschouwelijke organisaties die hij tot nog toe heeft gevoerd, zijn frustraties door hen niet altijd gedeeld te worden. Hij zegt het op een bijna laconieke toon. Niettemin gelooft hij heilig in het belang van zijn portefeuille. Al was het maar om voor elkaar te krijgen dat de meer dan honderd migrantenkerken in de residentie elkaar kunnen versterken. Nog een onderwerp dat hem bezighoudt: de uitbreiding van het betaald parkeren, waardoor niet alleen kerkbezoekers maar ook sportclubs in de problemen komen. ‘Je zou kunnen denken aan een symbolisch, laag tarief van bijvoorbeeld tien cent voor de eerste twee uur.’ Maar zover is het nog lang niet.
Jan Goossensen
Bij de foto: Bredemeijer: ‘Kerken, moskeeën, tempels en synagogen zij belangrijk.’
Fotografie: Martijn Beekman